3338. Rotterdam CCUS Project (Porthos)
Porthos (Port of Rotterdam CO2 Transport Hub & Offshore Storage) is een project van het Havenbedrijf Rotterdam, Energie Beheer Nederland en de Nederlandse Gasunie. Door het project kunnen bedrijven in het Rotterdamse havengebied het broeikasgas CO2 dat ze produceren en afvangen, in lege gasreservoirs onder de Noordzee opslaan. Zo komt er minder van dat gas in de lucht, wat bijdraagt aan de nationale klimaatdoelstellingen. Voordat de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besluiten over het benodigde inpassingsplan en verschillende vergunningen, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
25-07-2018 Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r. |
07-02-2019 Aankondiging start procedure |
08-02-2019 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
02-05-2019 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
19-05-2020 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r. |
25-09-2020 Ter inzage legging MER |
08-12-2020 Voorlopig advies uitgebracht |
Voorlopig advies |
Persbericht |
Toetsing aanvulling op het MER |
08-12-2020 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r. |
Opmerkingen bij de advisering
ToetsingsadviesDe Commissie toetst op dit moment het milieueffectrapport en de aanvulling daarop.
Voorlopig toetsingsadvies
Het afvangen, transporteren en opslaan van CO2 afkomstig van bedrijven in het Rotterdamse havengebied heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit en de natuur. Het milieueffectrapport over wat als het ‘Porthos-project’ bekend staat, brengt die gevolgen nog onvoldoende in beeld. Dat zegt de Commissie voor de milieueffectrapportage in haar voorlopige advies over dat rapport. De minister van Economische Zaken en Klimaat had de Commissie gevraagd de inhoud van het rapport te beoordelen.
Het afvangen, transporteren en opslaan van CO2 vraagt veel energie en leidt tot emissies van bijvoorbeeld stikstofverbindingen. Voor het transport en de opslag is dit goed in beeld gebracht. Voor het afvangen van CO2 ontbreekt deze informatie nog omdat onduidelijk is welke bedrijven CO2 gaan aanleveren. Het rapport moet echter op hoofdlijnen de luchtverontreiniging door het afvangen van CO2 laten zien en of dat past binnen de luchtkwaliteitsdoelstellingen. Verder zijn mogelijk enkele effecten op omliggende natuurgebieden en op beschermde soorten in het havengebied onderschat.
De Commissie vindt dat deze soms onzekere effecten beter moeten worden beschreven. Ze adviseert verder om aan te geven hoe de effecten worden gemonitord en hoe dat wordt gebruikt om het project bij te sturen. De ministers nemen de adviezen van de Commissie over, zullen het rapport op korte termijn aanvullen en het daarna opnieuw laten beoordelen. Vervolgens nemen ze een besluit over het Porthos-project.
Advies reikwijdte en detailniveau
Het Porthos-project focust op het aanleggen van de hoofdtransportleiding, een compressorstation en de opslag van CO2 in lege gasvelden onder de Noordzee. Voor besluitvormers en belanghebbenden is het van belang om voldoende inzicht te krijgen in de ‘impact’ van het hele systeem. De Commissie adviseert daarom de milieueffecten van de afvang en aantakking van CO2-leveranciers en de aansluiting van de hoofdtransportleiding op de bestaande CO2-transportleiding naar glastuinbouwbedrijven in het Westland (OCAP-leiding) ook te beschrijven in het rapport.
De Commissie vindt het van belang dat in het milieueffectrapport al stilgestaan wordt bij een monitoring- en evaluatieplan. De voorgenomen opslag van CO2 van industrie in lege gasvelden is namelijk nooit eerder in de wereld op deze schaal toegepast. Lange termijnrisico’s vragen aandacht, bijvoorbeeld hoe CO2 inwerkt op de diepe ondergrond. Ook moet de CO2 worden gevolgd in het transportsysteem om bij een eventuele lekkage zo snel mogelijk in te kunnen grijpen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
Werkgroeplid |
---|
dhr. dr.ir. D.W.F. Brilman |
dhr. ir. R. Geerts |
dhr. dr. H.R.G.K. Hack |
dhr. dr. L. van der Valk |
dhr. ing. R.L. Vogel |
dhr. drs. G. de Zoeten |
Voorzitter van de werkgroep: dhr. ir. H.A.A.M. Webers
Werkgroepsecretaris: dhr. drs. S.J. Harkema
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Energie Beheer Nederland B.V. (EBN) |
Havenbedrijf Rotterdam N.V. |
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
N.V. Nederlandse Gasunie |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
008.2 | Project-m.e.r. en plan-m.e.r. vanwege kaderstelling |
C08.1 | 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding buisleiding diameter >80 cm of lengte >40km voor transport gas, olie, chemicaliën of voor CO2 geologische opslag, incl. pompstation |
C08.2 | 2018: oprichting van opslaglocaties volgens Richtlijn 2009/31/EG voor CO2-opslag |
C15.1 | 2018: infriltratie van water in de bodem of onttrekking grondwater alsmede wijziging of uitbreiding van bestaande infriltraties en onttrekkingen >=10 milj m3 pj |
D15.2 | 2018: aanleg, wijziging, of uibreiding van werken voor onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater >=1,5 milj m3 pj |
Bijgewerkt op: 18 jan 2021