1330. Transformatie Belvédèregebied te Maastricht

Het Belvédèregebied (280 ha) wordt stedenbouwkundig getransformeerd: in de periode tot 2030 zullen in het gebied circa 4.000 woningen, 100.000 m2 kantoren en 40.000 m2 retail gerealiseerd worden.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
29-01-2003 Ter inzage legging van de informatie
29-01-2003 Datum kennisgeving
31-03-2003 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
UitwerkingsMER Boschpoort
14-06-2006 Ter inzage legging MER
14-06-2006 Kennisgeving MER
19-06-2006 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
22-09-2006 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
UitwerkingsMER Sphinx
19-12-2007 Ter inzage legging MER
19-12-2007 Kennisgeving MER
16-01-2008 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
09-06-2008 Toetsingsadvies uitgebracht
Aanvullend toetsingsadvies
UitwerkingsMER Nutsbedrijven/Lindenkruis
09-06-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
11-06-2009 Kennisgeving MER
11-06-2009 Ter inzage legging MER
04-08-2009 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
UitwerkingsMER Timmerfabriek
10-06-2010 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
21-06-2010 Ter inzage legging MER
21-06-2010 Kennisgeving MER
17-08-2010 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Voor de transformatie van het gebied vindt een getrapte besluitvorming plaats, waarin eerst voor het gebied Belvédère als geheel een structuurplan wordt vastgesteld, waarna per deelgebied bestemmingsplannen worden vastgesteld.

In het richtlijnenadvies vroeg de Commissie aandacht voor:

  • een goede beschrijving van bodem en water in de huidige toestand en na realisatie van de alternatieven;
  • het zodanig inzichtelijk maken van de aspecten bodem, water, geluid en luchtkwaliteit, dat inzichtelijk wordt welke beperkingen ze stellen voor invulling van de deelgebieden.

Het MER: Voor de onderbouwing van het besluit over het structuurplan is een Hoofdrapport SMB/MER Belvédère opgesteld, die de milieueffecten en alternatieven voor het hele plangebied beschrijft. Daarnaast dient m.e.r. gekoppeld te zijn aan het eerste ruimtelijke besluit dat voorziet in de realisatie van het voornemen. In dit geval is dat het Bestemmingsplan Boschpoort, herziening 2006. Hiervoor is een UitwerkingsMER opgesteld waarin de concrete milieueffecten worden beschreven die samenhangen met het bestemmingsplan.

In de milieueffectrapporten is aangegeven dat deze enerzijds keuzen voor een ‘raamwerk’ voor het hele gebied moeten onderbouwen, anderzijds aandachtspunten moeten aangeven voor de toekomstige invulling van het gebied.

Toetsing 1 SMB en uitwerkingsMER Boschpoort: Uit deze toetsing bleek dat voor de besluitvorming over het raamwerk van het structuurplan (SMB) en en het uitwerkingsMER Boschpoort voldoende milieu-informatie aanwezig was, maar voor de uitwerking van de overige deelgebieden nog niet.

Toetsing 2 uitwerkingsMER Sphinx: De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie voor de besluitvorming in het MER en de aanvulling aanwezig is. Tijdens de toetsing heeft de Commissie aangegeven dat in het MER essentiële informatie voor de besluitvorming ontbreekt over geluid, lucht en grondwater en daarnaast een samenvatting ontbreekt. In antwoord hierop heeft de gemeente Maastricht een aanvulling op het MER opgesteld die deze essentiële informatie wel bevat. In de aanvulling is ook een samenvatting en geactualiseerde informatie over hergebruik van afvalwarmte, archeologie en natuur opgenomen.

Het MER en de aanvulling tonen aan dat de ontwikkeling van woningen en bedrijven in het deelgebied Sphinx mogelijk is binnen de aanwezige milieu-ruimte (geluid en lucht). Het is belangrijk dat de in het MER en de aanvulling aangekondigde maatregelen om dit te bereiken, op een goede manier in het bestemmingsplan of op andere wijze zeker gesteld worden.

Toetsing 3 uitwerkingsMER Nutsbedrijven en Lindenkruis: De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie voor de besluitvorming in het MER aanwezig is. Het MER toont aan dat de ontwikkeling van woningen en bedrijven in deze deelgebieden mogelijk is binnen de aanwezige milieuruimte (geluid en lucht). Het is belangrijk dat de in het MER aangekondigde maatregelen om dit te bereiken, op een goede manier in het bestemmingsplan of op andere wijze zeker gesteld worden.

Het stedenbouwkundig plan voor de deelgebieden Nutsbedrijven en Lindenkruis is op de meeste onderdelen ook het meest milieuvriendelijke alternatief. De Commissie heeft waardering voor de wijze waarop het stedenbouwkundig plan in beeld gebracht is. Het planontwerp is gebaseerd op een hoge dichtheid en een stedelijke sfeer, met veel autovrije verblijfsruimten in het woongebied. Om dit mogelijk te maken worden 2 ondergrondse parkeergarages gebouwd. Deze garages vergen veel verzet van deels vervuilde grond en maatregelen voor de (grond)waterkwaliteit. Een goede omgang hiermee is een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van het plan.

Toetsing 4 uitwerkingsMER Timmerfabriek: De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie voor de besluitvorming in het MER aanwezig is. Het MER is overzichtelijk, compleet en goed leesbaar. Het MER maakt aannemelijk dat de ontwikkelingen in het deelgebied Timmerfabriek mogelijk zijn binnen de aanwezige milieu-ruimte. Bij de planvorming is met de monumentale waarden rekening gehouden door de herbestemming van de gebouwen voor vooral culturele functies. Archeologische monumenten zijn gespaard en ingepast.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Eugène de Beer
ir. Peter van Eck
ir. Nanne Hoekstra
prof. dr. ir. Frans Maas

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Sjoerd Harkema

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Gemeente Maastricht

Bevoegd gezag
Gemeente Maastricht

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Limburg


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
008 Plan-m.e.r. en besluit-m.e.r. (oud, niet meer invullen)
C11.1 tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom

Bijgewerkt op: 21 dec 2012