De provincie Utrecht zal een tweede afvalstoffenplan opstellen voor huishoudelijke en daar mee gelijktijdig te verwerken bedrijfsafvalstoffen, grof huisvuil, bouw- en sloopafval, agrarisch afval, verontreinigde grond, baggerspecie en kolkenslib, rioolzand, marktafval, veegvuil, plantsoenenafval en zwerfvuil.
Hoofdpunten uit het advies
Bij de toetsing constateerde de Commissie dat de beleidskeuzen in het PAP en het daarbij behorende MER zich op een hoog abstractieniveau bewogen, hetgeen het beschouwen van milieueffecten een beperkte betekenis gaf. Niettemin had de Commissie waardering voor het MER vanwege de systematische en overzichtelijke manier waarop de veelheid van afvalstromen en beleidsopties was gepresenteerd. Bij de vaststelling van het tweede PAP door de Staten is tevens op hoofdlijnen de inhoud van het evaluatieprogramma aangegeven. Nadere uitwerking zou worden gegeven in het uitvoeringsprogramma 1991, terwijl de feitelijke uitvoering in de daarop volgende uitvoeringsprogramma zou plaatsvinden.
De Kroon keurde het plan op 15 juni 1992 gedeeltelijk goed. Aan het onderdeel over de stortlocatie voor de regio Zuidwest- en Midden-Utrecht – locatie t Klooster – werd goedkeuring onthouden1
1 Zie verder project 467.