Het plan is om een snelle en congestievrije, gedeeltelijk ondergrondse verbinding aan te leggen van de bloemenveiling in Aalsmeer via de luchthaven Schiphol naar een nog te realiseren railterminal in de omgeving van Hoofddorp. Die verbinding is bedoeld voor het transport van goederen waarvoor snel transport tussen leverancier en afnemer van cruciale betekenis is. De te transporteren goederen betreffen zowel goederen waarvan de waarde snel achteruitgaat (bloemen, dagverse levensmiddelen, kranten) als meer duurzame producten die op afroep beschikbaar moeten zijn (reserveonderdelen, assemblagecomponenten).
Gelijktijdig met de m.e.r. procedure voor het OLS is door de provincie Noord-Holland een m.e.r.-procedure gestart over de omlegging van de N2011 om Aalsmeer.
1 Zie project 1019.
Hoofdpunten uit het advies
In haar advies voor richtlijnen geeft de Commissie onder andere aan dat het MER een langetermijnvisie op het functioneren van het ondergronds logistiek systeem OLS moet geven. Daarbij zou ingegaan moeten worden op de wijze waarop het OLS (als systeem én als organisatie) in kan spelen op en rekening houdt met toekomstige veranderende omstandigheden (bijvoorbeeld ontwikkelingen in de vervoersmarkt, veranderende inzichten op het gebied van logistiek management en nieuwe technieken en inzichten op het gebied van ondergronds bouwen en ondergronds transport en ontwikkelingen ten aanzien van de luchthaven Schiphol).
Toen bleek dat een werkelijk ondergronds systeem wel eens te kostbaar zou kunnen worden, is het project OLS omgedoopt tot “ongestoord logistiek systeem”. In het najaar van 2002 onderzocht de Stichting OLS de mogelijkheden gedetailleerder. Een haalbaarheidsstudie van Schiphol toonde aan dat de financiële risico’s te groot waren. Grootste knelpunt was het ontbreken van een railterminal waar de vracht zou kunnen worden overgeslagen voor vervoer naar het achterland. Daarvoor bestonden echter geen plannen.