De m.e.r.-procedure is gericht op de inrichting, gebruik en beheer van een militair oefenterrein als COT, EOT en OOT (overig oefenterrein).
Hoofdpunten uit het advies
In december 1991 heeft het ministerie van Defensie in de Evaluatienota Structuurschema Militaire Terreinen te kennen gegeven dat de Oirschotse Heide voorlopig niet als EOT zal worden ingericht. De m.e.r.-procedure werd voortgezet voor de inrichting van het COT Oirschot. In het MER worden drie alternatieven gepresenteerd. In alternatief één ligt het accent op oefentechnische eisen; de alternatieven twee en drie benadrukken respectievelijk de ecologische en abiotische aspecten. Alternatief twee wordt beschouwd als meest milieuvriendelijk alternatief. In haar toetsingsadvies vroeg de Commissie zich af of een combinatie van beide alternatieven kan leiden tot aanpassingen in het meest milieuvriendelijke alternatief, bijvoorbeeld voor de ligging van het verzamelgebied. Aandacht werd gevraagd voor het te formuleren evaluatieprogramma, met name voor ecologie en landschap met als indicatoren o.a. vogels en dagvlinders.
Het vastgestelde inrichtingsplan week af van de in het MER beschreven alternatieven. Het was gebaseerd op alternatief 2, het meest milieuvriendelijke alternatief. De aanpassingen waren het gevolg van de inspraak en bestuurlijk overleg.