399

Baggerberging Averijhaven Velsen

Het plan is de Averijhaven te Velsen definitief te gaan gebruiken als depot voor de bering van circa 590.000 m3 verontreinigde baggerspecie, en die in te brengen in de periode 1993 − 1998. 

 

Hoofdpunten uit het advies

De bevoegdheid voor de ontheffing op grond van de Wet chemische afvalstoffen is met de inwerkingtreding van de Wet milieubeheer (Wm) op 1 maart 1993 overgegaan naar het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. De vergunningen worden voorts alleen aangevraagd door Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland. In het concept-toetsingsadvies vroeg de Commissie het MER aan te vullen. In de aanvulling is tegemoet gekomen aan de kritiekpunten van de Commissie. Vooral de wijze waarop in de aanvulling het voornemen en alternatieven aan het beleid is getoetst, is voldoende uitgewerkt. De Commissie is dan ook tot de conclusie gekomen dat het MER en de aanvulling voldoende informatie bieden voor de besluitvorming. Zij beveelt wel aan om bij de vergunningverlening extra aandacht te besteden aan een goed opgezet monitoringsprogramma 

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Gerard Blom

ir. Johan Driessen

drs. Hans Nijssen

voorzitter

prof. dr. ir. Dick de Zeeuw

werkgroepsecretaris

drs. Vivienne Tersteeg

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Noord-Holland, Rijkswaterstaat

Initiatiefnemer

Rijkswaterstaat