ECLI:NL:RVS:2014:4387

Bestemmingsplan ‘Oude Spoorbaantracé’, Waalre

Jurisprudentie details

Datum uitspraak

3 december 2014

Rechtsprekende instantie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Soort procedure

Eerste aanleg - meervoudig

Trefwoorden

Alternatieven, Bestemmingsplannen, Nut en noodzaak, Waalre

ECLI-nummer

ECLI:NL:RVS:2014:4387

Conclusies voor de mer-praktijk

  • Een plan-MER voor een bestemmingsplan kan gebruikt worden voor de ruimtelijke onderbouwing van een nieuw plan over een onderdeel van het eerdere plangebied.

Casus

Op 17 december 2013 heeft de raad van de gemeente Waalre het bestemmingsplan ‘Oude Spoorbaantracé’ vastgesteld. Het plan voorziet in de aanleg van een gedeelte van een fietspad tussen de gemeenten Waalre en Valkenswaard over het oude spoorbaantracé ten zuiden van de kern van Waalre.

Appellanten zijn van mening dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar het nut en de noodzaak van het fietspad. Zij verwijzen daarbij naar een onderzoek van Oranjewoud in het kader van een plan-MER, waaruit blijkt dat het verkeer door het nieuwe fietspad slechts een fractie afneemt. Tevens voeren zij aan dat er betere alternatieven voor het fietspad zijn die de natuur en het woon- en leefklimaat minder aantasten. Alternatieven buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn ten onrechte niet onderzocht.

 

Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling overweegt dat in de plantoelichting staat dat de provinciale weg N69 tussen Waalre en Valkenswaard zo intensief gebruikt wordt dat er knelpunten ontstaan op het gebied van leefbaarheid en bereikbaarheid. Tussen gemeenten is een akkoord gesloten voor een integrale aanpak. Eén van de maatregelen is de aanleg van het fietspad.

Aan het plan liggen diverse onderzoeken ten grondslag, die het nut en de noodzaak van het fietspad aannemelijk maken. Het onderzoek van Oranjewoud in het kader van een plan-MER heeft betrekking op een zeer omvangrijk studiegebied en niet alleen op het wegvak tussen Waalre en Valkenswaard. Appellanten hebben daarom ook niet aannemelijk gemaakt dat het fietspad slechts bijdraagt aan een fractie van de verkeersafname over de N69. Tevens is onderzoek naar alternatieven binnen en buiten de EHS gedaan. Niet is gebleken of aannemelijk gemaakt dat die alternatieven gebrekkig zijn of leemten in kennis bevatten.


Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.