ECLI:NL:RVS:2011:BQ5939

Betreft Randweg Strijen
Datum uitspraak 25-05-2011
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden bestemmingsplannen
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201004200/1/M3

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Het hangt van de kenmerken van een randweg of deze valt aan te merken als autoweg in de zin van de m.e.r.-regelgeving. Daarbij is onder andere van belang hoe deze weg is aangesloten op bestaande infrastructuur en in hoeverre landbouwvoertuigen worden toegelaten.

NB Deze uitspraak is gedaan volgens het Besluit m.e.r. 1994, dat op 1 april 2011 is gewijzigd. De wijziging is voor deze casus niet van belang.

Casus

Op 30 maart 2011 heeft de gemeenteraad van Strijen het bestemmingsplan ‘Randweg’ vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een randweg, inclusief aansluitingen op bestaande infrastructuur, bijbehorende groenstroken en waterpartijen mogelijk.
Volgens appellant is de randweg te typeren als een autoweg als bedoeld in het Besluit m.e.r. 1994 en is daarom het opstellen van een MER vereist. Volgens de gemeenteraad komt de randweg echter niet overeen met de definities uit het Besluit m.e.r. 1994.

Overwegingen van de voorzieningenrechter
Het Besluit m.e.r. 1994 definieert ‘autoweg’ als volgt:
a. een voor autoverkeer bestemde weg die alleen toegankelijk is via knooppunten of door verkeerslichten geregelde kruispunten en waarop het is verboden te stoppen en te parkeren, of
b. een weg als bedoeld in artikel 1, onder d, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

De Afdeling stelt vast dat het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een randweg met twee rijstroken over een lengte van ca. 4,5 km, waarbij op het zuidelijke deel een maximumsnelheid van 60 km/h en op het oostelijke deel van 80 km/h geldt. Bovendien wordt de bestaande infrastructuur aangesloten op de randweg met gelijkvloerse kruisingen en rotondes. Voor het oostelijke deel kan daarnaast een ontheffing worden verleend voor landbouwvoertuigen vanwege aanwezige aansluitingen op landbouwpercelen.
Gelet hierop kan de randweg niet worden aangemerkt als autoweg in de zin van artikel 1, onderdeel A, van de bijlage bij het Besluit m.e.r. 1994.

Uitspraak
Het beroep is ongegrond.