703. Slibcomposteringsinstallatie te Zutphen

Het voornemen is om de slibcomposteringsinstallatie te Zutphen te veranderen. De verbeteringen betreffen met name het aanbrengen van twee gaswassers, het afdichten van de composteringshal en het aanbrengen van depotruimte voor slib, compost en hout. De uitbreiding betreft het voornemen de capaciteit van de inrichting te vergroten tot circa 20.000 ton droge stof per jaar, alsmede het aantal activiteiten uit te breiden. De capaciteit van de huidige inrichting is circa 9.600 ton droge stof per jaar.   

Procedure en adviezen

Richtlijnen
21-06-1995 Datum kennisgeving
21-06-1995 Ter inzage legging van de informatie
04-09-1995 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
17-10-1996 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
06-11-1996 Kennisgeving MER
06-11-1996 Ter inzage legging MER
02-01-1997 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Bij de toetsing oordeelt de Commissie dat alle essentiële informatie in het MER te vinden is. Daarnaast doet de Commissie enkele aanbevelingen, waarvan de belangrijkste zijn: 

● de mogelijkheden om milieuwinst te bereiken door een integrale aanpak van de behandeling van proceslucht en afvalwater;

● de voornemens en de mogelijkheden van de initiatiefnemer tot het verminderen van de stikstofvracht op de RWZI door hergebruik dan wel nuttige toepassing van de stikstofcomponent;

● de opzet van het monitoringsprogramma voor geur, met het al dan niet inzetten van extra geurbehandelingsstappen. De Commissie adviseert in het monitoringsprogramma naar geuremissies op te nemen het bepalen van het verwijderingsrendement van de luchtbehandelingstechnieken voor zwavelverbindingen.

De ontwerpbeschikking Wm-vergunning wordt op 10 november 1997 ter inzage gelegd. (Alhoewel inhoudelijk coördinatie heeft plaatsgevonden van Wm- en Wvo-vergunning, is er voor gekozen de procedures te ontkoppelen: de ontwerpbeschikking Wvo volgt later, in verband met nog door de initiatiefnemer te verstrekken informatie.) Ten aanzien van de tweede aanbeveling van de Commissie merkt het bevoegd gezag op, dat dit in de Wvo-vergunning aan de orde zal moeten komen. Ten aanzien van de eerste en derde aanbeveling merkt het bevoegd gezag op dat hiermee rekening is gehouden in zowel de vergunningaanvraag, als in de ontwerpbeschikking (door het opnemen van voorschriften). Ten aanzien van de evaluatie wordt in de ontwerpbeschikking het volgende gesteld:

● bij de voorschriften zijn ten aanzien van diverse milieuaspecten evaluatie- en monitoringsvoorschriften opgenomen;

● de uitkomsten hiervan dienen gebundeld te worden in milieujaarverslagen, die ieder jaar aan GS gezonden worden;

● uiterlijk twee jaar na het van kracht worden van de vergunning wordt een evaluatierapport gepubliceerd; voor zover mogelijk worden hierin ook de resultaten van de evaluatie van de Wvo-vergunning betrokken.

De Wm-vergunning is 7 april 1998 verleend.

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Jack Ebbenhorst
drs. Hans Heuer
drs. Joost van der Pluijm

Voorzitter: dr. Jacques de Smidt
Werkgroepsecretaris: drs. Alfons Vernooij

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Midden-Betuwe Slibverwerking Zutphen B.V.
Zuiveringsschap Oostelijk Gelderland

Bevoegd gezag
Gelderland
Zuiveringsschap Oostelijk Gelderland

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Gelderland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
D18.3 tot 1-4-2011: Wijzigen van inrichting voor diverse afvalstoffen

Bijgewerkt op: 10 jul 2018