692. Landinrichting Nijkerk-Putten
De voorgenomen activiteit betreft de herinrichting van het gebied Nijkerk/Putten (oppervlakte circa 5200 ha), gelegen in beide gemeenten.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
12-05-1995 Datum kennisgeving |
12-05-1995 Ter inzage legging van de informatie |
03-07-1995 Advies uitgebracht |
Toetsing |
07-05-1997 Kennisgeving MER |
07-05-1997 Ter inzage legging MER |
Toetsing a |
08-09-1998 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Het betreft een herinrichting in een gebied met sterk verschillende land schaps typen. Grote delen van het plan gebied behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur.
Het studiegebied Nijkerk-Putten is onderwerp geweest van een onderzoek naar maatregelen met positieve milieu-effecten; landinrichting en milieu: Een schone taak (oktober 1993).
De Commissie heeft geconstateerd dat het VOP/MER een aantal essentiële tekortkomingen vertoont. Ook in de aanvulling op het MER, een aanvullende notitie, worden enkele eerder gesignaleerde, essentiële tekortkomingen nog niet voldoende duidelijk gemaakt.
Met een aanvullend document, een (globale) factoranalyse van weidevogeldichtheid beïnvloedende factoren, worden de resterende tekortkomingen in grote lijnen wel voldoende ingevuld.
De Commissie is dan ook van oordeel dat de informatie die zij essentieel acht voor het vol waardig meewegen van het milieubelang bij de besluitvorming ter beschikking is gekomen. Wel dient met name de factoranalyse nog nader te worden uitgewerkt.
Verder doet de Commissie een aantal aanbevelingen voor de besluitvorming en verdere planvorming ten aanzien van:
● het concretiseren van doelen voor de beheersgebieden ten aanzien van te behouden respectievelijk na te streven populaties van de diverse weidevogels, zodat ‘behoud en hersteldoelstellingen’ daadwerkelijk bewaakt kunnen worden;
● de nadere uitwerking van de factoranalyse;
● naast peilhandhaving ook plaatselijk peildifferentiatie na te streven;
● aandacht voor meer integrale benadering van de waterhuishouding;
● duurzame beheersafspraken bij eventuele boerderijverplaatsing;
● de optimale ligging van (nieuwe) reservaats- en beheersgebieden;
● enkele ecologische barrières;
● maatregelen om de ammoniakdepositie en de ver-
droging in het kampengebied te verminderen;
● de ecologische potenties in overgangszones (kwelzones);
● de consequenties van de uitbreiding van Amersfoort bij de planuitwerking te betrekken;
● een aantal punten voor de evalua tie/voort gangs be wa king van de herinrichting.
In december 1998 heeft Gedeputeerde Staten een advies ten behoeve van de opstelling van het Ontwerpplan aan de Landinrichtingscommissie uitgebracht. Dit advies is een reactie op het Voorontwerpplan/ MER mede naar aanleiding van de resultaten van de inspraak, advisering en onafhankelijke toetsing. In grote lijnen kan het bevoegd gezag zich vinden in met name het advies van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en in de aanbevelingen van de Commissie.
Eind 2001 is het landinrichtingsplan vastgesteld en is besloten de eerste uitvoeringsmodule in uitvoering te nemen..
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. ir. Aarts |
dr. Aat Barendregt |
ing. Frank Brandsen |
drs. Sjef Jansen |
ir. Han Lörzing |
Voorzitter: ir. Peter van Duursen
Werkgroepsecretaris: ir. Romke Seijffers
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
landinrichtingscommissie |
Bevoegd gezag |
---|
Gelderland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Gelderland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C09.0 | tot 1-4-2011: (Her)inrichting landelijk gebied met functiewijziging >= 250ha |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007