417

Berging baggerspecie in de Amerikahaven te Amsterdam

Het voornemen behelst de berging van 3,3 miljoen baggerspecie (2,3 miljoen m3 klasse 2, 3 en 4 en 1 miljoen m3 afdekmateriaal) in de Amerikahaven te Amsterdam. Het is de bedoeling om deze baggerspecie boven op de reeds gestorte baggerspecie (6,7 miljoen m3) te storten, waarmee het in totaal gaat om het bergen van 10 miljoen m3

 

Hoofdpunten uit het advies

Naar aanleiding van een gesprek met de Commissie over het MER heeft het gemeentelijk havenbedrijf besloten om het MER aan te vullen en uitstel van de advisering te vragen. Punten van kritiek waren onder andere dat het MER onvoldoende inzicht gaf in de hoeveelheid en aard van de reeds geborgen stoffen in de geohydrologisch en geochemisch complexe situatie. Bovendien was het onduidelijk hoe het voornemen paste in het nationale en provinciale beleid. De beschrijving van alternatieven was onvoldoende waardoor er geen goede vergelijking van alternatieven mogelijk was. 

De aanvulling is gedeeltelijk tegemoet gekomen aan de kritiek van de Commissie met name op het punt van toetsing van het beleid aan het voornemen. Echter het belangrijkste kritiekpunt van de Commissie is overeind gebleven: de beschrijving van de huidige situatie is onvoldoende. Het is in het MER en de aanvulling niet duidelijk wat de samenstelling van het reeds gestorte materiaal is waardoor ook niet duidelijk is beschreven hoe groot de huidige verontreiniging naar het grondwater is. De Commissie blijft derhalve van oordeel dat het MER en de aanvulling onvoldoende informatie biedt om het milieubelang op een volwaardige manier mee te wegen in de besluitvorming.

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Johan Driessen

drs. Hans Nijssen

voorzitter

ir. Karel Veldhuis

werkgroepsecretaris

drs. Vivienne Tersteeg

Projectinformatie

Bevoegd gezag

gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat

Initiatiefnemer

gemeente Amsterdam