1788

Reallocatie van grondwaterwinningen in Brabant

Brabant Water NV heeft het voornemen om de grondwaterwinningen te Boxmeer en Vierlingsbeek te beëindigen. Hiervoor in de plaats komt een uitbreiding van de grondwaterwinningen te Loosbroek en Veghel. Voor deze uitbreiding is een vergunning in het kader van de Grondwaterwet vereist. Ten behoeve van de besluitvorming over deze vergunning is een m.e.r.-procedure gevolgd.  Bevoegd gezag in deze procedure zijn Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant.

Hoofdpunten uit het advies

Richtlijnenfase

De Commissie adviseert bij het MER aandacht te besteden aan:

  • de onderbouwing van nut en noodzaak voor de beëindiging van de winningen in Boxmeer en Vierlingsbeek;
  • de afweging van positieve en negatieve effecten op de vier locaties;
  • de duurzaamheid van positieve effecten van de beëindiging van de winningen in Boxmeer en Vierlingsbeek;
  • De minimalisatie van negatieve effecten van de uitbreiding van de winning op de locaties Veghel en Loosbroek;
  • Duurzaam grondwaterbeheer vanuit een regionaal perspectief voor het mma als uitgangspunt te nemen.

Toetsing

Na het bestuderen van het MER heeft de Commissie een aantal vragen. Hierover is overleg geweest met de betrokken partijen.

Naar aanleiding hiervan heeft de initiatiefnemer nadere informatie aangeleverd over de waardering van het duurzaam omgaan met water in de verschillende alternatieven en de effecten op Natura-2000 gebied ‘de Bossche Broek’.

De Commissie is van mening dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats te kunnen geven in de besluitvorming.

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Henk Everts

dr. ir. Jan Hoeks

ir. Bert Pijpers

voorzitter

prof. dr. Frans Saris

werkgroepsecretaris

drs. Willemijn Smal

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Noord-Brabant

Initiatiefnemer

Brabant Water N.V.

Start advisering

8 juni 2009