1702. Verruiming vaargeul Beneden-Zeeschelde en Westerschelde

Nederland en Vlaanderen werken samen aan een duurzame toekomst van het Schelde-estuarium. Eén van de projecten is de verruiming van de vaargeul in de Westerschelde en de Beneden-Zeeschelde en het storten van de onderhouds- en verruimingsspecie.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
07-03-2006 Datum kennisgeving
07-03-2006 Ter inzage legging van de informatie
18-05-2006 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
12-11-2007 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
15-11-2007 Kennisgeving MER
15-11-2007 Ter inzage legging MER
01-02-2008 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Er is sprake van een gezamenlijke Vlaams-Nederlandse m.e.r.-procedure. Over de Richtlijnen voor de inhoud van het MER geeft dus ook een Vlaams-Nederlandse Commissie advies aan de bevoegde overheidsinstanties. Op verzoek van initiatiefnemer en bevoegd gezag in Nederland is in het advies ook een passage gewijd aan de maatschappelijke kosten-baten analyse (zie bijlage 5). Het uitvoeren van zo’n MKBA is niet vereist in Vlaanderen.

De Commissie constateerde dat de locaties, diepte en breedte van de voorgenomen vaargeulverruiming reeds zijn vastgelegd op basis van het eerdere Strategische MER bij de Ontwikkelingsschets Schelde estuarium 2010 (zie project nummer 1382). Alternatieven of varianten voor de verruiming als zodanig zijn in dit MER niet meer aan de orde. Het MER is een inrichtings/project-MER waarin wordt nagegaan hoe de voorgenomen verruiming het best kan worden uitgevoerd.

Bij de toetsing heeft de Commissie wel opmerkingen over het MER. Deze hebben met name betrekking op de onzekerheden in de voorspellingen en de wijze waarop deze onzekerheden zijn gepresenteerd. Desondanks acht zij het niet zinvol dat er op dit moment nog meer onderzoek wordt verricht in het kader van de onderhavige m.e.r.-procedure. Gezien de complexiteit van de situatie zal uitgebreider onderzoek niet tot andere uitkomsten of meer zekerheden leiden.

De Commissie adviseert daarom de besluitvorming over de verruiming te bezien in het licht van een serie voorzorgsmaatregelen:

  • het voornemen in het ontwerptracébesluit om te kiezen voor het alternatief plaatrand met aanvullende mitigerende maatregelen (zie ontwerp-tracébesluit), omdat dat alternatief zich richt op uitbreiding van het areaal ondiep watergebieden,
  • het beleidsvoornemen in de vastgestelde Ontwikkelingsschets 2010 om de staat van instandhouding van het estuarium te verbeteren, waardoor de estuariene natuur minder kwetsbaar is,
  • het plan om de ontwikkelingen in het estuarium frequent en intensief te monitoren en, waar nodig, in te grijpen onder meer via de flexibele stortstrategie.

Op 28 juli 2009 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij wijze van voorlopige voorziening het Tracébesluit "Verruiming vaargeul Westerschelde" geschorst.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Janrik van den Berg
prof. Jean Berlamont
ir. Erik-Jan Brans
dr. Norbert Dankers
ir. Hans Huizer
drs. Freddie Rosenberg
dr. Jan Seys
drs. Henk van Wezel

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Marja van Eck

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat
Dienst Mobiliteit en Openbare Werken

Bevoegd gezag
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Overige gegevens

Gebied: Belgium; Nederland, provincie Zeeland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
008 Plan-m.e.r. en besluit-m.e.r. (oud, niet meer invullen)
C03.2 tot 1-4-2011: Hoofdvaarweg: vergroten of verdiepen

Bijgewerkt op: 30 jul 2009