1608. SMB Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek
De gebiedsuitwerking voor de Haarlemmermeer en de Bollenstreek moet antwoord geven op de vraag of en waar in het plangebied in de periode 2010-2030 10.000 tot 20.000 woningen een plek kunnen krijgen buiten het stedelijke gebied, in samenhang met andere ruimtelijke opgaven (waterberging, recreatieve groenvoorziening, etc).
Procedure en adviezen
reikwijdte en detailniveau |
---|
06-06-2005 Adviesaanvraag |
12-08-2005 Advies uitgebracht |
Richtlijnen |
plan-m.e.r. |
02-12-2005 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
06-03-2006 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsing |
Opmerkingen bij de advisering
De gebiedsuitwerking is een uitwerking van de Nota Ruimte. Deze gebiedsuitwerking is uniek. Dit houdt in dat er geen wettelijke bepalingen zijn waar de gebiedsuitwerking, of het proces van opstellen, aan moet voldoen. Het is positief dat provincie Noord-Holland heeft besloten een SMB op te stellen met het doel om milieubelangen mee te laten wegen bij het opstellen van de gebiedsuitwerking.
Er zijn vier theoretische perspectieven opgesteld, waarvan de milieueffecten in de SMB in kaart zijn gebracht. De perspectieven zijn opgesteld om te verkennen welke mogelijkheden en beperkingen het gebied kent en de maatschappelijke discussie te kunnen starten over de gebiedsuitwerking. De perspectieven zijn geen reële ruimtelijke plannen. Doordat in de SMB geen reële alternatieven zijn onderzocht, krijgt het SMB logischerwijs een globaal en verkennend karakter.
De SMB is gebruikt om te inventariseren wat sturende milieuargumenten zijn voor het opstellen van de gebiedsuitwerking. Met andere woorden: de SMB moet inzicht geven in de milieuknelpunten en mogelijkheden van de Haarlemmermeer en de Bollenstreek.
Het detailniveau van de SMB is goed gekozen. De milieueffecten zijn globaal weergegeven. Dit past bij het globale karakter van de SMB. Het voorkeursalternatief zal aan de hand van onder andere de SMB worden opgesteld en zal nog keuzeruimte overlaten. Bij de streekplanherziening zal in meer detail worden vastgelegd hoe de Haarlemmermeer en de Bollenstreek zich zullen ontwikkelen. Bij de streekplanherziening zal een nieuw SMB moeten worden opgesteld, waarbij dieper en voor sommige aspecten kwantitatief op de milieueffecten kan en moet worden ingaan.
De Commissie gaat in dit advies verder niet in op de afzonderlijke milieueffecten, omdat geen van de perspectieven zal dienen als basis voor de gebiedsuitwerking en omdat er nog een SMB wordt uitgevoerd op streekplanniveau. Wel merkt de Commissie op dat de wijze waarop de milieueffecten zijn bepaald goed navolgbaar is en de uitkomsten plausibel zijn.
Voor de beoordeling van de resultaten van de SMB is de wijze van totstandkoming van belang. Commissie plaatst daar enkele kanttekeningen bij (hoofdstuk 3 van dit advies). Vervolgens wordt nader ingegaan op de robuustheidsanalyse (hoofdstuk 4). Tenslotte geeft de Commissie adviezen ten behoeve van de ontwikkeling van een voorkeursalternatief (hoofdstuk 5).
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Jacob [Job] van den Berg |
drs. ir. Bart Brorens |
ir. Lodewijk van Nieuwenhuijze |
Voorzitter: dr. ir. Gerrit Blom
Werkgroepsecretaris: ir. Ingrid de Bondt
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Noord-Holland |
Bevoegd gezag |
---|
Noord-Holland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland; Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007 | Plan-m.e.r. |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007