Richtlijnen
Reconstructie van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei en Utrecht-oost. Er worden zoneringen aangegeven (varkensvrije zones en een zonering in extensiverings-, verwevings- en landbouwontwikkelingsgebieden). Gestreefd wordt naar verbetering van de gebiedskwaliteiten voor de thema’s landbouw, milieu, water, landschap, cultuurhistorie en recreatie
Toetsing
opstellen van een Reconstructieplan
Hoofdpunten uit het advies
RichtlijnenEr is gekozen voor een gefaseerde procedure vanwege de complexiteit van het reconstructieplan. De Commissie adviseert het MER, fase 2, aan te vullen op de volgende onderdelen: veterinaire zonering, watervisies/–beleid, natuurpotenties/–prioritering, een eenduidige beoordeling van de geurhinder en verstedelijking. Het voorkeursalternatief (VKA) moet gebiedsgericht worden gedetailleerd en de effecten ervan moeten worden beoordeeld. Het te ontwikkelen meest milieuvriendelijk alternatief (MMA) moet een hoge ambitie kennen voor die streefdoelen, die met het VKA ver achterblijven in realisatie. De Commissie adviseert bij het MMA in te zetten op de ammoniak- en waterkwaliteitsdoelen en op het benutten van natuurpotenties, zoals natuurlijke gradiënten. Het MMA biedt vervolgens mogelijkheden voor optimalisatie van het VKA
Toetsing
De Commissie meent dat de reconstructiecommissie een prestatie van formaat heeft geleverd. De reconstructie Gelderse Vallei/Utrecht-Oost had te kampen met de ‘wet van de remmende voorsprong’. Deze reconstructiecommissie publiceerde namelijk als eerste van twaalf reconstructiecommissies een startnotitie m.e.r. en had derhalve een pioniersrol. Tijdens het m.e.r-traject is in wisselwerking met de Commissie op constructieve wijze verkend welke alternatieven moeten worden ontwikkeld en welke aspecten tot op welk detailniveau onderzocht moeten worden. De Commissie adviseert om in het verdere planproces zorg te dragen voor afstemming van de reconstructie met de natuurbeschermingswetgeving.