De provincie Gelderland wil een windpark van Vattenfall mogelijk maken rond de A15 in de gemeenten Neder-Betuwe en Buren. Aan de zuidkant van de A15 staan vier oudere windturbines die Vattenfall in wil 2029 verwijderen. Het voorkeursalternatief bestaat uit zeven windturbines met een opwekdoelstelling van 0,1225 TWh/jaar. Voordat Gedeputeerde Staten van Gelderland besluiten over het windpark worden de milieueffecten onderzocht in een milieueffectrapport.
Hoofdpunten uit het advies
Toetsingsadvies
Het rapport is aangevuld met belangrijke informatie, zoals een navolgbare milieuonderbouwing van de windlocatie. Er ontbreekt nog belangrijke informatie over compensatie van het aangetaste gruttoleefgebied. Niet duidelijk is wanneer, waar en hoe voldoende en volwaardige compensatie van elf hectare leefgebied wordt ingericht.
De Commissie adviseert eerst het rapport aan te vullen, en dan pas een besluit te nemen over het windpark Echteld-Lienden.
Voorlopig toetsingsadvies
De Commissie adviseert om het milieueffectrapport aan te vullen. In de locatieonderbouwing voor het windpark ontbreekt nog informatie over natuur en leefomgeving. Ook is het nodig om de milieugevolgen van het windpark duidelijker en meer navolgbaar op te schrijven.
Tot slot is het belangrijk om het windpark en de alternatieve turbineopstellingen te beoordelen op het aantal woningen die te maken krijgen met een geluidbelasting van 45 tot 47 Lden. Zo worden de verschillen tussen de alternatieven en het voorgenomen windpark duidelijker.
De provincie Gelderland heeft aangegeven het advies over te nemen en het aangevulde rapport opnieuw aan de Commissie voor te leggen.
Advies reikwijdte en detailniveau
Het windpark zal bestaan uit 7-11 windturbines en zal maximaal 55 megawatt elektriciteit opwekken. Voor de inrichting wil Vattenfall meerdere alternatieve inrichtingen onderzoeken op basis van drie uitgangspunten: maximale energieopwekking, leefomgeving en landschappelijke inpassing.
De Commissie adviseert om de locatiekeuze van het windpark te onderbouwen. Ga bij de ontwikkeling van de alternatieve inrichtingen uit van de uitgangspunten en niet van het realiseren van 55 megawatt. Onderzoek voor elk van deze alternatieven de milieugevolgen. Tot slot adviseert de Commissie om de omgeving bij het beoordelen van de alternatieve inrichtingen te betrekken.