Pieter Jongejans
werkgroepsecretaris
De provincie Fryslan en het Wetterskip Fryslan werken gezamenlijk aan een nieuw waterhuishoudingsplan respectievelijk waterbeheersplan. Deze plannen vormen het kader voor het waterbeheer in de provincie Fryslan voor de komende jaren.
Omdat de beide plannen het kader vormen voor meerdere mogelijk m.e.r.-plichtige actviteiten wordt de plan-m.e.r.-procedure gevolgd. De in het MER te betrekken activiteiten zijn met name:
In het advies voor reikwijdte en detailniveau vraagt de Commissie vooral aandacht voor het ontwikkelen van een integrale "waterstructuurvisie" op basis van een koppeling tussen de verschillende waterthema's. Verder is speciale aandacht nodig voor de eisen die vanuit Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Water worden gesteld en de gevolgen die dit heeft voor de waterthema's.
Toetsing van het MER
Bij de toetsing van het MER constateerde de Commissie dat er essentiële informatie voor de besluitvorming ontbrak, ook nadat aanvullende informatie was aangeleverd. Uit het MER blijkt dat verschillende keuzes in de waterplannen mogelijk leiden tot negatieve gevolgen voor Natura 2000-gebieden. Desondanks is geen "passende beoordeling" uitgevoerd. Daardoor zijn de gevolgen van de keuzes en de mogelijke maatregelen om deze gevolgen te voorkomen of te beperken onvoldoende duidelijk. Op grond van de beschikbare informatie kan geen goede integrale afweging worden gemaakt.
De Commissie adviseert om een (nieuwe) aanvulling op het MER op te stellen en deze nadrukkelijk te betrekken bij de definitieve besluitvorming over de waterplannen. Zij adviseert in de aanvulling een passende beoordeling op te nemen die inzicht biedt in:
Aanvulling op het MER
Als aanvulling op het MER heeft de Commissie de passende beoordeling getoetst die alsnog is opgesteld. De passende beoordeling geeft volgens de Commissie voldoende informatie voor de besluitvorming. Hieruit blijkt dat het voorgenomen boezempeilbeheer significante gevolgen zal hebben voor verschillende Natura 2000-gebieden. Er zijn mitigerende maatregelen voorzien, maar er is niet aangetoond dat daarmee aantasting van de natuurlijke kenmerken voorkomen wordt. Dat betekent dat in de planperiode extra maatregelen en/of een heroverweging van de keuze voor een vast boezempeil aan de orde kan zijn, in eerste instantie voor de 'sense of urgency gebieden'.