160

Waterbeheer Veerse Meer

Na het gereed komen van de Oosterscheldewerken moet het waterbeheer van het Veerse Meer definitief worden geregeld. Voor dit waterbeheer komen in aanmerking een groot aantal keuzemogelijkheden met peil be heers - en waterkwaliteitsmaatregelen, zoals diverse (wis se lende) peilen, uitwisseling/doorspoeling met water uit de Ooster schelde of Noordzee en gedeeltelijk afleiden van pol derwaters. Voor de beleidsanalyse ten behoeve van de de fini tieve keuze van het waterbeheer is een MER ver vaardigd.

 


 

Hoofdpunten uit het advies

In het toetsingsadvies werd gesteld dat het MER vol doende informatie bevat voor het ne men van het peilbesluit, de beslissing om een door laat mid del met een zo groot mogelijk debiet in te richten en de beslissing tot het uitvoeren van enkele aan vullende be heermaatregelen in het Veerse Meer. Voor afgaande aan de na dere be sluit vorming ten aanzien van het integrale waterbeheer zou naar de mening van de Commissie eerst aanvul lend on derzoek in het ka der van de eva lu atie achteraf bij m.e.r. moe ten plaats vinden. Het be sluit vor mings pro ces over het peilbesluit is nog niet afgerond. Eerst wordt de aanleg van een doorlaatmiddel in de Zand-kreekdam nagestreefd. Over dit doorlaatmiddel heeft medio 2000 een MER-plichtbeoordeling plaats gevonden.

In 2002 is begonnen met de aanleg van het doorlaatmiddel in de Zandkreekdam. In het voorjaar van 2004 moet het klaar zijn.


 

Samenstelling van de laatste werkgroep

prof. ir. Bijkerk

prof. dr. ir. van Dam

dr. Joenje

mr. ir. van der Lee

prof. dr. Ringelberg

voorzitter

dr. Hans Cohen

werkgroepsecretaris

ir. Goudswaard

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Rijkswaterstaat

Initiatiefnemer

Rijkswaterstaat

Laatste advies uitgebracht op

26 oktober 1990