Willemijn Smal
werkgroepsecretaris en hoofd Ecologische Autoriteit
Gasunie en de Nuon willen zes zoutcavernes in gebruik nemen als buffer voor het opslaan en weer snel terug kunnen leveren van aardgas. Ten behoeve van de besluitvorming over de daartoe benodigde nieuwe Wm-vergunningen is door Gasunie en Nuon gezamenlijk een MER opgesteld. Het Ministerie van Economische Zaken is bevoegd gezag voor deze m.e.r.-procedure. De Commissie heeft dit MER beschouwd als een besluit-MER ten behoeve van de besluitvorming over de Wm-vergunningen. Het kan zijn, dat voor de wijziging van het be-stemmingsplan, ook nog een aparte plan-m.e.r.-procedure nodig is.
Richtlijnenadvies
De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het milieueffectrapport:
Toetsing MER
Tijdens de toetsing heeft een gesprek plaats gevonden tussen de Commissie m.e.r., het bevoegd gezag en de initiatiefnemer. Daar heeft de Commissie kenbaar gemaakt dat het MER naar haar oordeel op het onderdeel veiligheid onvolledig is en daardoor geen juist beeld geeft. Naar aanleiding daarvan hebben Gasunie en Nuon een nieuw veiligheidsrapport aangeleverd.
De aanvulling bevat nieuwe gegevens, maar er ontbreekt ook nog informatie:
De Commissie is daarom van oordeel dat nog niet alle essentiële informatie voor besluitvorming over de Wm-vergunning in het MER aanwezig is.