De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en stadsgewest Haaglanden hebben besloten om in gezamenlijk proces tot een oplossing te komen voor de bereikbaarheidsproblematiek van de Centrale Zone van Den Haag. Hiertoe is het voornemen opgevat om de verbinding tussen de Centrale Zone en het rijkswegennet te verbeteren. Deze verbinding wordt ook wel het Trekvliettracé genoemd.
Hoofdpunten uit het advies
Toetsingsadvies
Het MER geeft een goed beeld van de milieuvoor- en nadelen van de onderzochte alternatieven op het niveau dat nodig is om een beslissing te nemen over de aanleg van een tunnel, de uitvoeringsvorm (conventioneel of geboord) en de locatiekeuze.
De Commissie is van oordeel dat de essentiële milieu-informatie in het MER en de aanvulling aanwezig is voor de bestuurlijke standpuntbepaling over het voorkeursalternatief. Bij het beoordelen van de basisinformatie en de maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA) constateert de Commissie echter een aantal zaken die zij wel van belang acht voor de besluitvorming, maar die niet zozeer raken aan milieueffecten.
Richtlijnenadvies
De Commissie noemt in haar richtlijnenadvies als hoofdpunten voor het MER:
- Een probleem- en doelstelling, waarmee de ontwikkeling van alternatieven wordt onderbouwd en waaraan de alternatieven worden getoetst.
- Uitwerken van de mogelijkheden om het bereikbaarheidsprobleem op te lossen zonder een tunnel aan te leggen door het onderzoeken van benutting, uitbreiding, openbaar vervoer, verbetering Utrechtsebaan en een transferium.
- Weergave van de gevolgen voor luchtkwaliteit, geluid en bodemarchief en van hinder in de aanlegfase.
- Een goede samenvatting.
Klik hier voor jurisprudentie over dit project.