321

Slibdrogingsinstallatie RI-Oost te Amsterdam

Voor de thermische droging van zuiveringsslib is een installatie gepland met een capaciteit van 160 kton (droge stofgehalte 25%) per jaar op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinrichting Oost (RI Oost) te Amsterdam. 

 

Hoofdpunten uit het advies

Gelet op het feit dat bij de besluitvorming over de drooginstallatie de te verwerken hoeveelheid en kwaliteit van het slib belangrijke gegevens zijn (onder andere voor de gewenste capaciteit van de inrichting en de toe te passen technieken), adviseert de Commissie in het MER veel aandacht te besteden aan de geconstateerde onzekerheid. 

In haar toetsingsadvies concludeerde de Commissie dat het MER voldoende informatie gaf over het voornemen en de gevolgen daarvan voor het milieu. Daarnaast bracht de Commissie een aantal aandachtspunten naar voren voor de verdere besluitvorming en het evaluatieprogramma. Nadere onderbouwing zou gewenst zijn voor met name de geuremissies. Het zou aanbeveling verdienen om het evaluatieprogramma aan te vullen met het monitoren van CO en NO en de ontwikkeling van kwaliteit en volume van het aan te leveren zuiveringsslib.

De beschikking bevat een evaluatieprogramma dat eerst na drie jaar en vervolgens steeds na vijf jaar gepubliceerd wordt. Het programma heeft betrekking op monitoring van emissies, waaronder geur, en kwaliteits- en kwantiteitsaspecten van het zuiveringsslib.

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Ab Dirkzwager

ir. Loes Duvoort-van Engers

ir. Anne Kiestra

voorzitter

ir. van Dixhoorn

werkgroepsecretaris

mr. Rolf-Jan Sielcken

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Noord-Holland, Rijkswaterstaat

Initiatiefnemer

gemeente Amsterdam

Laatste advies uitgebracht op

22 mei 1992