2511

Renovatie RWZI Treurenburg te 's-Hertogenbosch

Waterschap Aa en Maas wil de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) aan de Treurenburg 4 in ’s-Hertogenbosch renoveren. Naast het verbeteren van het zuiveringsrendement streeft het Waterschap naar een energieneutrale bedrijfsvoering en een goede inpassing in het landschap. Voor de te bouwen installatie is een omgevingsvergunning nodig. De milieugevolgen hiervan zijn in een milieueffectrapport onderzocht. De provincie Noord-Brabant coördineert de vergunningprocedures.

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies
Het rapport beschrijft een nieuwe waterzuiveringstechnologie met meer biogasproductie. Deze technologie is voor Nederland relatief nieuw. In eerste instantie gaf het rapport onvoldoende informatie over het energieverbruik van de installatie, de kwaliteit van het afvalwater en de te verwachte geluidshinder. In een aanvullende notitie is dit nu goed onderbouwd: de voor Nederland nieuwe technologie blijkt veel energiezuiniger dan andere zuiveringstechnieken en de andere milieugevolgen (geluid, geur, landschap) zijn beperkt.

 

Voorlopig toetsingsadvies
Het rapport beschrijft een nieuwe waterzuiveringstechnologie met meer biogasproduc-tie. Deze technologie is voor Nederland relatief nieuw en de praktijkervaring hiermee is beperkt. Het rapport onderbouwt nog niet wat het energieverbruik van deze technologie is en hoe schoon het te lozen water zal zijn. De nieuwe technologie produceert daarbij meer geluid dan andere technieken. De mogelijkheden om de geluidstoename op wo-ningen in de omgeving te voorkomen zijn nog niet beschreven.

De Commissie adviseert het rapport daarom aan te passen en in het rapport de nieuwe technologie te vergelijken met alternatieve zuiveringstechnologieën. De provincie en het Waterschap hebben aangegeven dit advies over te nemen.

 

Tussentijds toetsingsadvies
Het tussentijds-milieueffectrapport geeft op hoofdlijnen de belangrijkste milieu-informatie. In de achtergrondrapportages zijn duidelijk de verschillende milieuaspecten uitgewerkt. Op hoofdlijnen is helder dat het voornemen binnen de te stellen milieunormen blijft. Uit het rapport wordt echter niet overal duidelijk welke reductie van milieugevolgen mogelijk is met mitigerende maatregelen en technieken. De Commissie ziet de volgende punten als noodzakelijke informatie die nog nader uitgewerkt moeten worden.

  • Beter inzicht in de milieugevolgen van de energieopwekking door slibverwerking.
  • Een duidelijk overzicht welke (reductie van) milieugevolgen (ook onder de normstelling) mogelijk zijn en welke worden verwacht voor de aspecten geur, geluid en waterkwaliteit.
  • Een nadere toelichting op de inpassing van de installatie in de omgeving.
  • Een kwantificering van de milieugevolgen van de aanlegfase.


Advies reikwijdte en detailniveau
Grote delen van de oude installatie kunnen worden gerenoveerd. Vanuit duurzaamheid en vanuit kosten is renovatie van de installatie waarschijnlijk te prefereren. Het milieueffectrapport moet inzicht geven in welke onderdelen van de huidige RWZI na renovatie nog bruikbaar zijn en welke onderdelen volledig vervangen moeten worden. Daarnaast is relevant hoe energieverbruik, -besparing en –terugwinning geoptimaliseerd kunnen worden en op welke wijze de sloop, renovatie en nieuwbouw gefaseerd worden, welke milieueffecten dit geeft en hoe deze milieueffecten zoveel mogelijk beperkt worden.

Samenstelling van de laatste werkgroep

drs. Diederik Bel

drs. Joost van der Pluijm

ir. Paul van Vugt

voorzitter

Marja van der Tas

werkgroepsecretaris

drs. Bart Beerlage

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Noord-Brabant

Initiatiefnemer

Waterschap Aa en Maas

Start advisering

24 april 2015