WEOM heeft het voornemen om op zee, op ca. 42 km uit de kust, ter hoogte van Den Haag het offshore windpark "Den Haag II" te bouwen, bestaande uit 85 windturbines met een ashoogte van 70 meter en een vermogen van 3 MW. Het windpark beslaat een oppervlakte van ca. 32 km2 (exclusief veiligheidszone). In de Beleidsregels inzake toepassing van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr) op installaties in de exclusieve economische zone is vastgelegd dat in het kader van de vergunningprocedure de m.e.r.-procedure moet worden doorlopen.
Hoofdpunten uit het advies
De Commissie acht in het MER en de aanvulling voldoende informatie aanwezig om het milieubelang een volwaardige rol te kunnen laten spelen in de besluitvorming over de Wbr-vergunning. De Commissie concludeert dat, gezien de kennisleemtes en onzekerheden in de effectbepaling, significante gevolgen van onderwatergeluid op zeezoogdieren op voorhand niet met zekerheid kunnern worden uitgesloten. De Commissie adviseert daarom om bij de verdere besluitvorming over de vergunningverlening aandacht te besteden aan:
- de consequenties hiervan gelet op het afwegingskader van artikel 6 van de Habitatrichtlijn;
- de mogelijkheden om mitigerende maatregelen in te zetten;
- de monitoring van zeezoogdieren en evaluatie van de (cumulatieve) effecten van onderwatergeluid op zeezoogdieren.