802

Noordwesttangent Tilburg en railverbinding Spinder

Zie project 277. 

 

Hoofdpunten uit het advies

Op 14 december 1998 heeft de gemeenteraad een tracékeuze bepaald. Bij dit (principe-)be sluit heeft een aantal zaken geen rol kunnen spelen. Het betreft: 

● de inspraakreacties;

● de mogelijkheid om uit tracés te kiezen die de (provinciale) ecologische hoofdstructuur (PEHS) niet doorsnijden;

● het MER, immers het MER behandelt alleen de inrichtingsaspecten van tracé B en motiveert het afvallen van de andere tracés. De andere tracés (A, C en D) worden niet als volwaardige alternatieven uitgewerkt;

● het advies van de Commissie over het MER en overige adviserende instanties.

In het MER ontbrak essentiële informatie om het stappenplan van het Structuurschema Groene Ruimte te kunnen doorlopen en zo te kunnen bepalen welke tracés minder schade toebrengen aan de ecologische hoofdstructuur. Tevens ontbrak essentiële informatie over de uitwerking van de methode voor bepaling van geluidseffecten. Hierop zijn twee aanvullingen verschenen die deze informatie verschaften. Met name de tweede aanvulling en het compensatieplan kunnen als voorbeeld dienen voor uitwerking van het stappenplan voor toekomstige MER’en.

De Commissie gaf verder aanbevelingen ten aanzien van nut en noodzaak van de railverbinding Spinder en ten aanzien van evaluatieaspecten.

Eind 2000 werd er nog gewerkt aan de ontwerp-bestemmingsplannen.

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Ruud Jansen

ir. Wim Keijsers

ir. Krabbendam

drs. Wim Timmermans

voorzitter

dr. Jacques de Smidt

werkgroepsecretaris

dr. Nicole van Buren

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Gilze en Rijen, Tilburg

Initiatiefnemer

Tilburg