3388

Net op zee Hollandse Kust (west Beta)

De stroom die het windpark Hollandse Kust (west) vanaf 2025 gaat produceren, komt met kabels aan land en wordt via een transformatorstation bij Beverwijk aangesloten op het hoogspanningsnet. De kabels komen ondergronds te liggen, zowel op zee als op land. Voor de aanleg van de kabels en het transformatorstation wordt een inpassingsplan opgesteld en zijn vergunningen nodig. Voordat de minister van Economische Zaken en Klimaat hier een besluit over neemt, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. 

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies
Er ligt een goed leesbaar milieueffectrapport waarin de meeste milieueffecten voldoende zijn onderbouwd. De mogelijke gevolgen van elektromagnetische velden voor mens en natuur zijn bijvoorbeeld goed in beeld. In het rapport ontbreekt op enkele punten nog informatie over natuur en archeologie. Voor de natuur in het Noordhollands Duinreservaat is bijvoorbeeld meer informatie nodig over de gevolgen van extra stikstof tijdens de aanlegfase. Voor een van de werkterreinen in het reservaat moet inzichtelijk gemaakt worden welke maatregelen er mogelijk zijn om de natuur te herstellen na de werkzaamheden. Wat archeologie betreft adviseert de Commissie om maatregelen te beschrijven om waardevolle scheepswrakken te behouden.
De Commissie adviseert om het milieueffectrapport eerst aan te vullen met deze informatie en daarna pas een besluit te nemen over het inpassingsplan en de vergunningen voor de kabelroute voor het windpark.

Tussentijds toetsingsadvies
Het tussenrapport (‘MER fase 1’), waarin verschillende routes zijn onderzocht, beschrijft alle relevante milieueffecten die kunnen optreden bij de aanleg en het gebruik van de hoogspanningsverbinding en het transformatorstation. Verschilpunten tussen de routes op zee zitten onder andere in de doorsnijding van zandwingebieden en in de vereiste begravingsdiepte van de kabels. Op land zijn er tal van kleine verschillen tussen de mogelijke routes, zoals in de omvang van de effecten op waardevolle habitattypen en beschermde soorten of in het aantal kabels en leidingen dat wordt gekruist.   
Volgens de Commissie bevat het tussenrapport alle essentiële milieu-informatie voor een onderbouwde keuze van het te volgen kabeltracé, dat in de volgende stap (‘MER fase 2’) in meer detail zal worden onderzocht en uitgewerkt.

Advies reikwijdte en detailniveau
Vanuit het windpark zijn voor de ondergrondse hoogspanningskabel verschillende routes mogelijk naar het transformatorstation bij Beverwijk. Het milieueffectrapport moet de stappen en de criteria bij de selectie van mogelijke routes duidelijk beschrijven. Ook adviseert de Commissie de mogelijke milieueffecten per route in beeld te brengen, zoals die op de natuur, de leefomgeving en eventueel aanwezige archeologische waarden. Tot slot moet duidelijk zijn hoe die effecten zijn meegewogen bij het kiezen van de route die in de volgende fase in detail zal worden uitgewerkt.

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Theo Fens

dr. Heleen van Londen

dr. Bert van der Valk

ing. Rob Vogel

ir. Paul de Vos

voorzitter

ir. Kees Slingerland

werkgroepsecretaris

Marianne Schuerhoff MSc

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Initiatiefnemer

TenneT TSO B.V., Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Laatste advies uitgebracht op

3 augustus 2021