Mestvergistingsinstallatie Friese Drieslag te Wijnjewoude

De energiecoöperatie Wijnjewoude Energie Neutraal (WEN) wil in Wijnjewoude een mestvergistingsinstallatie bouwen en daarmee groen gas produceren. Dit sluit aan bij de ambitie om Wijnjewoude energieneutraal en fossielvrij te laten worden De installatie is gepland op het terrein van de voormalige afvalwaterzuivering. Het doel is om minimaal 1.000.000 en maximaal 1.600.000 Nm3 groen gas per jaar te produceren. Voordat de provincie Friesland besluit over de vergunning, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies
Het milieueffectrapport is aangevuld met informatie over onder andere de referentiesituatie, verwachtte emissies, toename van verkeer, inpassing in het landschap, lozing van regenwater en de keuze voor een thermofiele vergister. Het rapport geeft daarmee een vrijwel volledig en goed beeld van de (mogelijke) milieueffecten.
Op enkele onderdelen ontbreekt nog informatie, waaronder een toelichting op de wijze waarop de “Best Beschikbare Techniek” (BBT) conclusies worden toegepast in het ontwerp en bedrijfsvoering. Daarnaast ontbreken nog de emissie gegevens van de fakkel en van onverhoopte biogaslekkages. Ook dient het monitoring- en evaluatieprogramma aangevuld te worden.
De Commissie adviseert om het MER aan te vullen met deze informatie, voordat een besluit wordt genomen over de vergunning voor de mestvergistingsinstallatie in Wijnjewoude.


Voorlopig toetsingsadvies
Het milieueffectrapport bevat veel nuttige informatie en beschrijft grotendeels de milieugevolgen van de voorgenomen vergistingsinstallatie. Er wordt geconcludeerd dat voor al deze milieuaspecten geen geldende toets- en grenswaarden of normen worden overschreden. Ook worden geen negatieve stikstof depositie effecten verwacht. Wat ontbreekt is voldoende duidelijkheid over de referentiesituatie en over het proces. Er is gekozen voor thermofiele vergisting, maar de keuze voor deze techniek is beperkt onderbouwd. Voor diverse milieuaspecten zoals geur, stikstof, verkeer, landschap en water is meer informatie nodig. De provincie heeft aangegeven de adviezen over te nemen. De initiatiefnemer vult het rapport aan en laat het daarna opnieuw beoordelen door de Commissie.