Waterschap Rijn en IJssel wil vergunning verlenen voor de tijdelijke grondwaterbemaling om de verlegging van kabels en leidingen mogelijk te maken. Deze moeten verlegd worden vanwege de aansluiting van de A15 op de A12 en vanwege de verbreding van de A12 bij Duiven en Zevenaar. Voordat het Waterschap besluit over de onttrekkings- en lozingsvergunningen zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. Het Waterschap heeft de Commissie m.e.r. gevraagd het rapport te toetsen.
Hoofdpunten uit het advies
Toetsingsdvies
Het rapport laat goed zien dat geen nadelige effecten optreden in kwetsbare natuurgebieden door de tijdelijke grondwaterverlaging. Voor de poelkikker zijn maatregelen nodig om te voorkomen dat nadelige effecten optreden. De Commissie adviseert deze maatregelen uit te werken. Het rapport beschrijft dat door de grondwaterverlaging kleilagen in de bodem kunnen krimpen. Het rapport beschrijft ook dat hierdoor geen nadelige effecten zullen optreden aan gebouwen en archeologische waarden. De Commissie adviseert om in een aanvulling op het milieueffectrapport de mate van krimp van de kleilaag beter te onderbouwen en hoe precies schade wordt voorkomen aan gebouwen en archeologische waarden. Ook zijn mogelijke effecten door lozing van grondwater op de visstand in de Zevenaarse en de Duivensche Wetering nog niet beschreven. De Commissie adviseert daarom het rapport hierop te laten aanpassen en daarna pas te besluiten over de vergunningen. Het Waterschap heeft laten weten het advies over te nemen.