2751

Herziening Structuurvisie Ruimtelijke Ordening transitie veehouderij, provincie Noord-Brabant

De provincie Noord-Brabant ontwikkelt nieuwe, innovatieve beleidsinstrumenten om te komen tot een zorgvuldige veehouderij in 2020. Zij herziet de structuurvisie en verkent daarbij o.a. de inzet van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij. De Commissie bracht een toetsingsadvies uit over het MER bij deze herziening. Zij is van oordeel dat het MER en de aanvulling daarop onvoldoende informatie bevatten over de doelstellingen en de omschrijving van het voornemen.

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies over het MER en de aanvulling daarop
De Commissie vindt dat informatie ontbreekt over de onderdelen doelstelling en omschrijving van het voornemen. Dit hangt samen met het nog niet gereed zijn van de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV). Deze BZV vormt naar mening van de Commissie een onlosmakelijk onderdeel uit van de structuurvisie. Er zijn in het MER ook geen volwaardige alternatieven voor de BZV beschouwd. Er kan daarom niet worden beoordeeld of het gekozen instrumentarium de gewenste prikkels tot de beoogde verbeterslag in de veehouderij geeft, of de ambities behaald kunnen worden en wat de milieueffecten daarvan zijn.

 

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert het plan-MER in twee fasen in te richten. Het advies van de Commissie is daarom ook in twee delen opgesplitst.
De Commissie adviseert het plan-MER 1e fase vooral te richten op de brede verkenning van beleidsonderscheidende alternatieve oplossingen en daarbij al beschikbare informatie te betrekken. In het plan-MER 1e fase zou inzichtelijk moeten worden:

  • De context waarbinnen de herziening plaatsvindt.
  • Wat de beleidsambities en doelen zijn voor de belangrijkste peilers bij de transitie.
  • Wat, op basis van de ambities en doelen, mogelijke onderscheidende alternatieve sturingsopties zijn.
  • Een beschouwing op hoofdlijnen van de effectiviteit en realiteitswaarde van deze alternatieve sturingsopties.

In het plan-MER 2e fase kunnen de ambities en doelen en het voorkeursalternatief verder worden geconcretiseerd en eventueel vertaald naar ruimtelijke aspecten zoals bouwblokomvang, omvang veestapel of zonering.

Samenstelling van de laatste werkgroep

prof. dr. Frank Boons

ir. Tilly Fast

mr. dr. Marcel Soppe

ing. Rob Vogel

drs. Rob van Woerden

voorzitter

ir. Niek Ketting

werkgroepsecretaris

ir. Corrie Smit

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Noord-Brabant

Initiatiefnemer

Provincie Noord-Brabant

Start advisering

11 september 2013