functiewijziging van de Nieuwe Driemanspolder
Hoofdpunten uit het advies
De Stuurgroep Nieuwe Driemanspolder wil de functie van de Nieuwe Driemanspolder tussen Den Haag, Zoetermeer en Leidschendam wijzigen. Deze stuurgroep treedt op als initiatiefnemer en zij verenigt en vertegenwoordigt de betrokken gemeenten, waterbeheerders en rijksoverheid. Het voornemen is gericht op omzetting van agrarisch gebruik in natuurontwikkeling, recreatie, seizoensberging en piekberging. Om de functie van de polder te wijzigen zullen bestemmingsplannen vastgesteld moeten worden door de drie gemeenten waarin de polder ligt (Leidschendam-Voorburg, Den Haag en Zoetermeer).
De Commissie adviseert in het MER de locatiekeuze voor de seizoensberging en de piekberging te motiveren, alternatieven te ontwikkelen op grond van de seizoensberging en de effecten te beschrijven op de waterkwaliteit, op de waterhuishouding en op natuur, zowel in de polder zelf als in de nabije omgeving.
Toetsing
De functie van de Nieuwe Driemanspolder wordt gewijzigd van landbouw naar functies als waterberging, natuur en recreatie. De aanleiding hiervoor wordt gevormd door de grote verstedelijkingsdruk, de behoefte aan ruimte voor waterberging en een gebrek aan samenhang in de inrichting van het gebied. Voor deze functiewijziging moeten de bestemmingsplannen van de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer gewijzigd worden. Het MER levert informatie aan ter onderbouwing van dat besluit.
In het richtlijnenadvies (2004) benoemde de Commissie de volgende punten als essentiële informatie in het MER:
- Een onderbouwing waarom de Nieuwe Driemanspolder een logische locatie is voor realisatie van de seizoens- en piekberging.
- Alternatieven voor de meest ingrijpende functiewijziging van seizoensberging.
- Een motivering welk uitwerkingsprincipe het voor het milieu gunstigste alternatief heeft opgeleverd. Ontwikkel vanuit dit alternatief een meest milieuvriendelijk alternatief.
- De effecten op de waterkwaliteit (zout, voedselrijkdom), op de waterhuishouding en op natuur (natuurdoeltypen, doelsoorten), zowel in de polder zelf als in de nabije omgeving.
De Commissie heeft het gepubliceerde MER positief beoordeeld. Voor de verdere plan- en besluitvorming heeft zij enkele adviezen gegeven, waarvan de belangrijkste zijn:
- onderzoek of verdere milieuwinst te boeken is door de landschappelijke vormgeving, de gewenste huidige en toekomstige capaciteit voor waterberging, de natuurambities en de grondbalans in samenhang te beschouwen;
- schenk aandacht aan de verschillende aspecten van het beheer;
- neem waterkwaliteit, de realisatie van natuurdoeltypen, het voorkomen van muggen en de ontwikkeling van wateroverlast en zettingsproblemen op in het monitoringsprogramma.