Het bedrijf Equinor wil in de Eemshaven een fabriek realiseren voor de productie van
waterstof uit aardgas. Bij de productie komt CO2 vrij, die wordt afgevangen, per schip
getransporteerd en in Noorwegen permanent ondergronds opslagen onder de zeebodem. Dit wordt blauwe waterstof genoemd. Voordat de provincie Groningen over de omgevingsvergunning besluit, worden de milieugevolgen onderzocht in een op te stellen milieueffectrapport.
Hoofdpunten uit het advies
Reikwijdte en detailniveau
Equinor heeft plannen voor de productie van waterstof aan het Verenigd Koninkrijk, België, Nederland en Duitsland. Daarbij leveren ze aardgas vanuit Noorwegen voor waterstofproductie en nemen het afgevangen CO2 terug en slaan deze op onder de zeebodem voor de Noorse kust. De Commissie adviseert de milieueffecten van de hele keten van waterstofproductie in de Eemshaven, én het opslaan van CO2 in Noorwegen, in het rapport te beschrijven.
In haar advies vraagt de Commissie verschillende technische varianten te onderzoeken van de waterstoffabriek. Het gaat bijvoorbeeld om het voorkomen van emissies van zeer zorgwekkende stoffen, maximaal hergebruik van warmte en verbeteren van de veiligheid. Deze milieuinformatie kan de provincie Groningen gebruiken bij de besluitvorming over deze fabriek.