Gemeente Venray wil haar bestemmingsplan buitengebied herzien, o.a. om het vestigingsbeleid voor de intensieve veehouderij vast te leggen. Omdat dit bestemmingsplan kaderstellend is voor mogelijke toekomstige m.e.r.-plichtige besluiten en omdat mogelijk significant negatieve gevolgen zouden kunnen optreden voor Natura 2000, voert de gemeente voor dit voornemen een plan-m.e.r. uit. De Commissie is gevraagd te adviseren over de reikwijdte en het detailniveau van het MER.
Hoofdpunten uit het advies
De Commissie adviseert in het MER vooral de nadruk te leggen op:
- een onderbouwing van de gehanteerde referentiesituatie(s);
- de ‘milieugebruiksruimte’ voor onder andere verzurende en vermestende stoffen, geur en fijn stof en op welke locaties met maatregelen milieugebruiksruimte gecreëerd kan worden;
- de maximaal mogelijke effecten op de beschermde natuur, met name de Natura 2000-gebieden ‘Boschhuizerbergen’, ‘Deurnesche Peel en Maria-peel’ en het Beschermd Natuurmonument 'De Rouwkuilen';
- de landschappelijke effecten die het voornemen in de verschillende deelgebieden kan hebben.
Bij toetsing van het milieueffectrapport miste de Commissie inzicht in de effecten van mogelijke mestverwerking en -bewerking, landschappelijke effecten en een onderbouwing van de beschreven worst case situatie.
Daarop heeft de gemeente een aanvulling ingediend, waarin deze tekortkomingen voldoende zijn aangepast. De Commissie adviseert met name om voor individuele bedrijfsontwikkelingen nog een passende beoordeling uit te voeren, om significant negatieve gevolgen op Natura 2000 te kunnen uitsluiten.