De initiatiefnemer is voornemens voor de verwerking van ‘grijs’ huishoudelijk afval, daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval en mogelijk ook specifieke organische bedrijfsafvalstromen een scheidings- en vergistingsinstallatie (SVI) op te richten te Maasbracht. De verwerkingscapaciteit van de geplande installatie bedraagt 150.000 ton afval per jaar.
Hoofdpunten uit het advies
De locatiekeuze voor de SVI is gebaseerd op het in 1994 genomen besluit Afvalverbrandingsinstallatie Zuidoost-Nederland (AVI-ZON) van de provincie Limburg. In het kader van dat besluit is een beleids-MER AVI-ZON opgesteld, op basis waarvan voor de locatie Maasbracht is gekozen. De Commissie geeft aan dat in het MER voor de SVI moet worden aangegeven op welke gronden de locatiekeuze voor de AVI-ZON ook van toepassing is voor de SVI.
Het initiatief is door het Afvaloverlegorgaan niet opgenomen in het Tienjarenprogramma Afval (TJP-A) en zal daarom voor overleg en afstemming in het Afvaloverlegorgaan moeten worden gebracht. In het MER moet worden ingegaan op de inpasbaarheid van een SVI te Maasbracht in het TJP-A.
Op 9 juni 1998 heeft bevoegd gezag de initiatiefnemer een brief gestuurd waarin gemeld wordt dat het project als afgebroken beschouwd wordt. De provincie schrijft in haar brief dat de projectrealisatie van diverse factoren afhankelijk is, waardoor er geen duidelijkheid is over de wijze waarop en wanneer het voornemen verder gestalte zal krijgen.
In verband met de actualiteitswaarde van de opgestelde richtlijnen vindt zij daarom “dat een eventuele continuering van het project gepaard dient te gaan met een nieuwe start van de noodzakelijke milieuprocedures”.