ECLI:NL:RVS:2012:BX1871

Betreft Inrichtingsplan Dwingelderveld
Datum uitspraak 18-07-2012
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - enkelvoudig
Trefwoorden Westerveld, bestemmingsplannen, Natura 2000-gebieden, mitigerende maatregelen, passende beoordeling, plan-m.e.r., m.e.r.-beoordeling
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201011214/1/R4

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Voor de beoordeling of sprake is van significante gevolgen moet naar het plan of project als zodanig worden gekeken. Mitigerende maatregelen mogen pas in de Passende beoordeling worden betrokken.
  • Als voor een wettelijk of bestuursrechtelijk verplicht plan een Passende beoordeling moet worden opgesteld, vereist artikel 7.2a Wm dat ook een plan-MER wordt gemaakt.
  • Als een plan-m.e.r. moet worden gedaan, kan niet worden volstaan met een m.e.r.-beoordeling. Een m.e.r.-beoordelingsprocedure is immers met minder waarborgen omkleed dan een plan-m.e.r-procedure. Ook worden andere inhoudelijke eisen gesteld aan een plan-MER dan aan een m.e.r.-beoordeling.

NB: vergelijk de uitspraak over De nieuwe Rietgraaf, ABRvS 29 februari 2012, zaaknr. 201003801/1/R2. In die uitspraak werd de koppeling tussen de Passende beoordeling en plan-m.e.r. niet expliciet gelegd.

Casus

Op 21 september 2010 heeft de gemeenteraad van Westerveld het bestemmingsplan "Inrichtingsplan Dwingelderveld" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de juridisch-planologische regeling voor het door GS van Drenthe vastgestelde "Inrichtingsplan Dwingelderveld", voor zover dat gaat over de gemeente Westerveld. Het inrichtingsplan heeft tot doel in het Nationaal Park Dwingelderveld de grondwaterstand te verhogen door de natuurlijke afwatering te herstellen, versnippering van het leefgebied van dieren en planten tegen te gaan en verstoring van dieren te verminderen. Hiertoe zullen voormalige agrarische gronden worden heringericht als natuurgebied waarbij sloten worden gedempt. Ook wordt een asfaltweg omgevormd tot beperkt toegankelijke zandweg, worden parkeerplaatsen aangelegd en fiets- en voetpaden verbeterd. Verder zal langs de A28 een geluidwal worden opgericht.

Over m.e.r. betogen appellanten dat de gemeenteraad bij de voorbereiding van het plan een MER had moeten opstellen. De gemeenteraad had niet mogen volstaan met een verwijzing naar de "Aanmeldingsnotitie voor m.e.r.-beoordeling" van 23 oktober 2009, die voor het inrichtingsplan is opgesteld. Verder voeren zij aan dat een Passende beoordeling had moeten worden gemaakt, omdat niet is uitgesloten dat het plan significante gevolgen kan hebben voor het Natura 2000-gebied Dwingelderveld.
Volgens de gemeenteraad hebben GS in het kader van het inrichtingsplan geoordeeld dat geen MER moest worden gemaakt. De gemeenteraad sluit zich bij de uitkomst van deze beoordeling aan. Uit de natuurtoets van Grontmij van 9 juli 2009 blijkt daarnaast dat significante negatieve gevolgen voor het Dwingelderveld zijn uitgesloten.

Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt dat de natuurtoets de maatregelen beschrijft die in het kader van het inrichtingsplan moeten worden uitgevoerd. Per maatregel is aangegeven of significante negatieve gevolgen kunnen optreden op beschermde habitattypen en soorten. Volgens de toets zijn alleen tijdelijke of beperkte negatieve gevolgen op een aantal beschermde habitattypen en soorten te verwachten.
Grontmij heeft ook de gevolgen voor de zwarte specht onderzocht van de aanleg van een pad voor mensen met een beperking en van een geluidwal. In een deelonderzoek daarover staat dat het aantal waargenomen zwarte spechten in het Dwingelderveld het laatste decennium stabiel is en dat vanuit ecologisch oogpunt de huidige situatie van de zwarte specht er niet optimaal is, vooral door recreatie in het gebied. Verwacht wordt dat het gebruik van het pad voor mensen met een beperking leidt tot een verslechtering van de draagkracht van het gebied voor de zwarte specht en andere broedvogels. Hier staat volgens het deelonderzoek tegenover dat enkele bospaden komen te vervallen, aanvullende beheermaatregelen voor de grove den het gebied aantrekkelijker maken voor de zwarte specht, de functie voor doorgaand gemotoriseerd verkeer van het Dwingelderveld verdwijnt en rust gecreëerd wordt door de aanleg van de geluidwal.

Volgens het ontwerp-aanwijzingsbesluit voor het Dwingelderveld is de instandhoudingsdoelstelling voor de zwarte specht behoud van de omvang en kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 15 paren.
Uit de planregels, bezien in samenhang met de verbeelding en het deelonderzoek, volgt dat in het leefgebied van de zwarte specht recreatief gebruik mag plaatsvinden dat significante gevolgen voor deze soort kan hebben. Hieraan doet niet af dat volgens het deelonderzoek maatregelen mogelijk zijn om significante gevolgen te voorkomen. Bij het beoordelen of sprake kan zijn van significante gevolgen gaat het er om te bezien of het plan als zodanig, zonder eventueel te nemen mitigerende maatregelen, niet leidt tot significante gevolgen (zie eerder uitspraak van 7 mei 2008, zaaknr. 200604924/1, Zuiderklip). Wanneer significante gevolgen niet zijn uitgesloten, moet een Passende beoordeling worden gemaakt. Daarbij kunnen mitigerende maatregelen worden betrokken.
Nu niet is uitgesloten dat het plan als zodanig significante gevolgen heeft, was de gemeenteraad verplicht om voor het plan een Passende beoordeling te maken. Gelet op artikel 7.2a, eerste lid, Wm moest de gemeenteraad bovendien een plan-MER opstellen.
De gemeenteraad mocht zich niet alleen baseren op de m.e.r.-beoordeling die GS in het kader van het inrichtingsplan heeft uitgevoerd, omdat de m.e.r.-beoordelingsprocedure met minder procedurele waarborgen is omkleed dan de plan-m.e.r.-procedure. Bovendien worden aan een plan-MER andere inhoudelijke eisen gesteld dan aan een m.e.r.-beoordeling (vergelijk de uitspraak ABRvS 29 februari 2012, zaaknr. 201003801/1/R2).

Uitspraak
De Afdeling acht de beroepsgrond gegrond en vernietigt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.