Deskundige aan het woord - afl. 4: Lidwien Besselink
Naam: Lidwien Besselink
Deskundigheid: Bodem en water, geohydrologie
Deskundige sinds: Jeetje, ik weet niet eens hoe lang ik bij de mer zit (sinds 2005, red.)
Aantal mer-adviezen: 46
"Geef iedere nieuwe deskundige een buddy”
Ik zit mijn hele werkzame leven al onder het maaiveld. Niet in mijn privé leven, haha, maar in mijn werk ben ik altijd met bodem en water bezig. Ik vind dat we naar een ruimtelijke ordening van de ondergrond moeten. We zijn nog teveel bezig met wat we aan de oppervlakte willen en wat daarvoor de grond in moet, in plaats van dat we vanuit bodem en water sturend kijken naar wat er aan de oppervlakte kán.
Niet veel mensen weten dat als je in de bodem graaft, je niet alleen aardlagen, maar ook bestuurslagen tegenkomt. De bovenste laag is van de gemeenten, al loopt daar de telecomwet dwars door heen. Daaronder kom je in de bodem- en watergesteldheid, dat is het domein van het provinciaal bestuur en de omgevingswet en heel diep in de grond kom je aan de mijnbouw en daar is het Rijk aan het stuur. En dan mag de gemeente over de bovenste laag gaan, daarin liggen ook voor miljarden aan eigendommen van Tennet, Stedin, Leander en noem ze allemaal maar op. Het blijft een beetje aanrommelen. Ik ben weleens jaloers op mensen die ruimtelijke ordening aan het oppervlak doen. Die vliegen met een drone over een gebied en dan heb je zo een 3D beeld. Ondergronds is dat veel lastiger.
Wat is er de afgelopen jaren veranderd?
Vroeger waren we georiënteerd op chemische bodemkwaliteit en nu veel meer op een gezonde bodem die ook biologisch qua biodiversiteit goed op orde is en ook qua fysische eigenschappen. Bijvoorbeeld de doorlatendheid is veel belangrijker in het kader van klimaatadaptatie en waterberging. Ook vinden er nu heel veel veranderingen tegelijk plaats met impact op de bodem. Voor de energietransitie en de warmtetransitie moeten er heel veel kabels en leidingen de grond in en daarvoor is het omdenken nu echt wel begonnen. Vroeger dachten we vanuit de occupatielaag naar beneden en nu denken we steeds meer vanuit de bodem naar boven. Al doen we dat nog lang niet goed genoeg in Nederland.
Wat heb je bij de mer zien veranderen?
Er is veel meer aandacht voor de ondergrond . Ik denk ook dat we minder dan vroeger – ik spreek voor mezelf – sectoraal denken en veel meer integraal. Hoe kunnen we al die opgaven waar we voor staan ruimte geven in de stad? Ook ingegeven door de omgevingswet zijn we veel meer vanuit een integraal perspectief gaan kijken naar hoe bouwen we een toekomstbestendig Nederland en hoe kunnen bodem en water daar aan bijdragen? Ik kijk ook meer naar koppelkansen.
Voorzitters kijken de laatste tijd met een bredere blik naar onze adviezen. Het is altijd een worsteling dat je eigenlijk niet over het voornemen gaat, maar alleen over het mer. Tegelijk zien we dat voortouwnemers teveel versnipperde adviezen aanvragen. Het rijk heeft de neiging om allemaal verschillende programma’s te maken. Dan denk je: welke de visie hangt hierboven, hoe bouwen we hiermee aan een circulair of klimaatbestendig Nederland? Dan vind ik het moeilijk om op mijn handen te blijven zitten en dat niet te benoemen. Ik zie dat voorzitters daar in toenemende mate oog voor hebben.
Wat is een terugkomende irritatie?
Ik kom heel vaak tegen dat men bij de beoordeling van de effecten niet zuiver in criteria is. Ze gooien dan bijvoorbeeld doelbereik en milieueffecten op één hoop. Vaak bij grondwateronttrekking voor drinkwatervoorziening. Dan is de vraag: kan ik zes miljoen kuub zoet water onttrekken zonder zout of brak water op te pompen? Dus dat is doelbereik. Een vraag die je dan moet stellen is: wat doet die onttrekking voor de zoet-zout spiegel? Want als je veel zoet water gaat onttrekken komt waarschijnlijk het zoute water omhoog. Dat is een milieueffect! Dat loopt dan in het mer door elkaar.
Wat is het allerleukste aan deskundige zijn?
Het is heel leuk om je in hele korte tijd te mogen verdiepen in een project en te analyseren: wat is hier aan de hand is en dan de vinger op de zere plek te leggen. Ik vind het ook heel leuk om te leren van andere deskundigen en welke slimme kruisbestuivingen je kunt bedenken samen. En het is leuk om adviezen te geven waar gemeenten echt wat mee kunnen. Initiatiefnemers zijn vaak blij zijn met onze adviezen omdat ze daarmee ook het ingenieursbureau weer scherper kunnen aansturen. We proberen ook altijd positief kritisch te zijn. Laatst hebben we bijvoorbeeld bij de warmteleidingen vanuit het Botlekgebied geadviseerd om een omgevingsvisie voor de ondergrond te maken, anders blijft het allemaal rommelig en daarvan zei de provincie: ja dat is eigenlijk wel een heel goed plan.
Wat is je meest memorabele advies geweest?
Onze handreiking voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied, dat was hartstikke leuk. Het was goed om samen integraal na te denken over het hele landelijke gebied. Dat strookt ook met mijn geloof in integraliteit. Wat ik heel leuk daaraan vond, ik ben natuurlijk iemand die uit de fysieke wetenschap komt, is dat we niet alleen naar de fysieke leefomgeving keken maar ook naar de sociaalmaatschappelijke en sociaaleconomische aspecten daarvan. Het is zo ontzettend jammer dat dat allemaal in de prullenbak verdwenen is.
Wat is belangrijk als je begint als deskundige?
Probeer eerst de hoofdlijnen te zien en verlies je niet meteen in de details. Kijk naar eerder uitgebrachte adviezen, De website is daar een fantastische bron voor. Kijk ook naar de advieslijnen en handreikingen. Er is eigenlijk veel te weinig uitwisseling tussen deskundigen. Geef elke jonge deskundige die net begint een buddy. Een ervaren deskundige die je bijvoorbeeld mee laat kijken: wat vind je hier moeilijk aan? Hoe ga je hier mee om? Ik bedoel het gebeurt wel eens dat een andere deskundige uit de bocht vliegt, bijvoorbeeld omdat die teveel detail wil zien. Gebruik je dan je corrigerend vermogen? Je bent als deskundige verantwoordelijk voor het hele advies dus hoe ga je daar dan mee om? Je mag best kritisch zijn op de andere deskundige. Ook daar kan een buddy je advies in geven.
Hoe zie jij de toekomst van jouw werkveld?
We krijgen meer last van verzilting en van kweldruk. We zullen naar een andere inrichting van het land moeten. Veel meer water en bodem sturend. Dat je bijvoorbeeld als Rijk zegt, ik ga niet meer zoveel verdichten in de Randstad maar meer naar het Oosten en het Zuiden.
Het maaiveld was vroeger een gegeven, maar nu met de klimaatadaptatie vragen we ons zelf af: wat is een robuust maaiveld? Ik ben nu voor mijn werk, bezig met een plan voor de havenstad Amsterdam. Dat ligt aan het IJ en het Noordzeekanaal. Wat is daar een toekomstbestendig maaiveld? Daar hebben we hele discussies over. Kijk, het IJ staat nu strak op min 40, maar dat is wel dankzij de sluizen bij IJmuiden. Hoe lang kunnen we dat handhaven en moet je niet daar alvast op anticiperen en het maaiveld omhoog brengen? Dat is nogal een besluit want dat is een enorme operatie. Mijn werk als deskundige wordt dus alleen maar belangrijker.