ECLI:NL:RVS:2014:1421
Betreft | Bestemmingsplan “De Zuivelhoeve", Hengelo |
---|---|
Datum uitspraak | 23-04-2014 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | bestemmingsplannen, Hengelo, maximale mogelijkheden |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201304503/1/R1 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- De Commissie m.e.r. is niet verplicht om reacties op een notitie ‘reikwijdte en detailniveau’ of inspraakreacties op het voorontwerp van een bestemmingsplan in haar advisering te betrekken.
- Bij het bepalen van de maximale planologische mogelijkheden van een plan kan de productiecapaciteit van een inrichting niet gelijkgesteld worden aan de verwerkingscapaciteit.
Casus
De gemeente Hengelo heeft op 26 maart 2013 het bestemmingsplan “De Zuivelhoeve” vastgesteld voor de uitbreiding van een bestaand zuivelbedrijf.
Appellanten voeren aan dat hun reactie op de notitie “reikwijdte en detailniveau” en hun inspraakreactie op het voorontwerp bestemmingsplan niet meegenomen zijn in het toetsingsadvies van de Commissie m.e.r. Tevens voeren zij aan dat in het MER niet is uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden, omdat het MER niet uitgaat van de bedrijfssituatie dat het totale vloeroppervlak wordt benut voor de verwerking en bewerking van zuivelproducten.
Volgens de raad is duidelijk gedefinieerd in het bestemmingsplan dat er maximaal 40.000 ton per jaar verwerkt mag worden.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling oordeelt dat de Commissie m.e.r. niet verplicht is om reacties op de notitie ‘reikwijdte en detailniveau’ en inspraakreacties op het voorontwerp van een bestemmingsplan in haar advisering te betrekken.
De Afdeling overweeg dat de productiecapaciteit de hoeveelheid producten betreft die geproduceerd kunnen worden. De verwerkingscapaciteit is de hoeveelheid grondstof die kan worden verwerkt. De Afdeling meent daarom dat geen onduidelijkheid bestaat over wat verstaan moet worden onder een zuivelproductenfabriek met een verwerkingscapaciteit van 40.000 ton per jaar. Een redelijk uitleg betekent dat ook andere grondstoffen dan zuivel moeten worden meegerekend.
Dat het bedrijfsoppervlak een grotere verwerkingscapaciteit zou toelaten, doet niet af aan de in het plan opgenomen maximale verwerkingscapaciteit.
Omdat het MER echter uitgaat van een productiecapaciteit van 40.000 ton per jaar, in plaats van een verwerkingscapaciteit, is in het MER niet uitgegaan van de maximale mogelijkheden en zijn de mogelijke milieueffecten van het plan onvoldoende onderzocht.
Uitspraak
De Afdeling vernietigt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.