ECLI:NL:RBNHO:2016:9707
Betreft | Omgevingsvergunning natuurbegraafplaats Alkmaar |
---|---|
Datum uitspraak | 24-11-2016 |
Rechtsprekende instantie | Rechtbank |
Proceduresoort | Tussenuitspraak - bestuurlijke lus |
Trefwoorden | Alkmaar, begraafplaatsen |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer AWB - 16/162 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
-
De aanleg van een natuurbegraafplaats is niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig.
Casus
Op 26 november 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar een omgevingsvergunning verleend waarmee 13 ha van park Geestmerloo bij Koedijk, in afwijking van het bestemmingsplan, als natuurpark en 11 ha als natuurbegraafplaats kunnen worden gebruikt. De gronden hebben volgens het bestemmingsplan Uitbreiding Recreatiegebied Geestmerambacht de bestemming ‘Recreatie-Dagrecreatie’ en zijn nu in gebruik als grasland. De omgevingsvergunning ziet niet op eventuele toekomstige bebouwing.
Appellant vreest risico’s voor de volksgezondheid als gevolg van menging van lijkvocht met grondwater. Ook voert hij aan dat de procedure van milieueffectrapportage doorlopen had moeten worden.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Rechtbank constateert dat de Wet op de lijkbezorging en het Besluit op de lijkbezorging ook op de natuurbegraafplaats van toepassing zijn en afdoende bescherming voor de volksgezondheid bieden. Als die regels gevolgd worden, zijn geen significante effecten op de kwaliteit van het grondwater te verwachten, aldus het rapport van Alterra.
De Rechtbank constateert ook dat de aanleg van een natuurbegraafplaats geen activiteit is die behoort tot een categorie op de C of D-lijst van de bijlage bij het Besluit m.e.r., zodat deze niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig is.
Beslissing
De Rechtbank stelt het college vanwege andere beroepsgronden in de gelegenheid het besluit te herstellen.