ECLI:EU:C:2019:484

Betreft Prejudiciële beslissing Terre Wallone
Datum uitspraak 12-06-2019
Rechtsprekende instantie  Europese Hof van Justitie
Proceduresoort Prejudiciële beslissing
Trefwoorden instandhoudingsdoelstellingen, Natura 2000-gebieden, plan-m.e.r., kaderstelling, SMB-richtlijn, Habitatrichtlijn, Wallonië
Bronnen vindplaats Zaaknummer C-321/18

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Het besluit tot vaststelling van indicatieve instandhoudingsdoelstellingen voor een heel gewest, waarmee rekening moet worden gehouden bij de vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen voor specifieke Natura 2000-gebieden, is niet plan-m.e.r.-plichtig.
  • Een besluit tot vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen kan op grond van de Smb-richtlijn een plan-m.e.r.-plichtig plan of programma zijn, ook al is geen passende beoordeling volgens de Habtitatrichtlijn vereist.

Casus

Onderliggend geschil
Op 1 december 2016 heeft de Waalse regering het besluit voor het vaststellen van instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-netwerk in Wallonië goedgekeurd. De instandhoudingsdoelstellingen hebben een indicatieve waarde op gewestelijk niveau en een reglementaire waarde op gebiedsniveau.
Vereniging Terre Wallone heeft de Belgische Raad van State verzocht het besluit te vernietigen. Zij stelt dat het besluit valt onder het begrip ‘plannen en programma’s’ zoals bedoeld in de Habitatrichtlijn en de Smb-richtlijn. Daarom is het plan-m.e.r.-plichtig.
De Waalse regering bestrijdt dit. Volgens haar houdt het besluit direct verband met het beheer van Natura 2000-gebieden, zodat het niet valt onder dat begrip. Bovendien is geen passende beoordeling vereist volgens de Habitatrichtlijn.
 
Prejudiciële vraag
Is het besluit tot vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebieden een plan-m.e.r.-plichtig plan of programma:

  1. vanwege de Habitatrichtlijn in samenhang met de Smb-richtlijn?
  2. vanwege de Smb-richtlijn?
 
Overwegingen van het Hof
Vraag 1
Het Hof overweegt dat het doel van de Smb-richtlijn is om een hoog milieubeschermingsniveau te bereiken en bij te dragen aan de integratie van milieuoverwegingen in de planvorming. De plan-m.e.r.-plicht is daarbij een belangrijk instrument. Het Hof herinnert eraan dat de werkingssfeer van de richtlijn, met name het begrip plannen en programma’s, ruim moet worden uitgelegd (zie ook het arrest van 27 oktober 2016, D’Oultremont e.a., C-290/15, EU:C:2016:816, punt 40 en daar aangehaalde rechtspraak).
Het Hof wijst erop dat het voor de vraag of een m.e.r.-plicht bestaat, het niet relevant is of een project alleen maar positieve milieueffecten heeft (zie ook het arrest van 25 juli 2008, Ecologistas en Acción-CODA, C-142/07, EU:C:2008:445, punt 41).
Het vaststellingsbesluit ziet op het beheer van alle Natura 2000-gebieden in Wallonië en niet op een specifiek gebied. Omdat dan geen passende beoordeling is vereist vanwege de Habitatrichtlijn, is om die reden ook geen plan-m.e.r.-plicht vereist.
 
Vraag 2
Volgens het Hof sluiten artikel 3, tweede lid, onder b, van de Smb-richtlijn en artikel 6, derde lid, eerste zin, van de Habitatrichtlijn echter niet per definitie uit dat een besluit tot vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen plan-m.e.r.-plichtig is.
Het kan immers wel plan-m.e.r.-plichtig zijn in de zin van de Smb-richtlijn, als het gelijkgesteld wordt met een plan of programma in de zin van die richtlijn.
Om daaraan te voldoen, moet het gaan om een plan of programma dat:
  • volgens een wettelijke procedure is opgesteld of vastgesteld door een instantie op nationaal, regionaal of lokaal niveau, en;
  • door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen is voorgeschreven.
Het vaststellingsbesluit voldoet aan deze voorwaarden.
Ook valt het onder een van de sectoren die genoemd zijn in artikel 3, tweede lid, onder a, van de Smb-richtlijn.
Een laatste voorwaarde is dat het besluit een kader vormt voor toekomstige m.e.r.-(beoordelings)plichtige vergunningen en projecten. Omdat in dit geval het besluit niet de instandhoudingsdoelstellingen voor bepaalde gebieden vaststelt, maar deze doelstellingen samenvat voor het hele Waalse Gewest en alleen een indicatieve waarde hebben, is geen sprake van kaderstelling. Op gebiedsniveau heeft het besluit slechts een reglementaire waarde; het besluit schrijft namelijk voor dat het vaststellen van de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied in het gewest moet worden gedaan op grond van de indicatieve instandhoudingsdoelstellingen voor het hele gewest. Het besluit is daarom ook op gebiedsniveau niet kaderstellend voor toekomstige vergunningen voor projecten.
 
Beantwoording prejudiciële vraag
Het Hof beantwoordt beide vragen ontkennend.