973. Woningbouwlocatie Zuidbroek te Apeldoorn
De gemeente Apeldoorn heeft het voornemen om 3000 à 5000 woningen in het gebied Zuidbroek te laten bouwen. De startnotitie gaf aan, dat de locatie voor de nieuwe woningbouwlocatie vastligt op grond van het Structuurplan, de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie, het Vinex-convenant en het Streekplan.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
08-07-1998 Datum kennisgeving |
08-07-1998 Ter inzage legging van de informatie |
11-11-1998 Advies uitgebracht |
Toetsing |
14-06-2004 Kennisgeving MER |
14-06-2004 Ter inzage legging MER |
17-09-2004 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsing |
Opmerkingen bij de advisering
De startnotitie gaf aan hoe uit verschillende bouwstenen, aan de hand van drie ambitieniveaus, alternatieven zouden kunnen worden samengesteld. Het richtlijnenadvies is later dan gebruikelijk uitgebracht omdat de Commissie m.e.r. pas in een laat stadium in de gelegenheid is gesteld om te adviseren. In de tussentijd had de gemeente al opdracht verstrekt aan drie bureaus om elk een ‘ruimtelijke koers’ aan te geven voor het gebied Zuidbroek. De weerslag hiervan was in een Nota van Uitgangspunten weergegeven. In het richtlijnenadvies adviseerde de Commissie om in het MER
● de beleidsruimte voor het aantal woningen en de samenhang woningenaantal/milieuge volgen aan te geven;
● in te gaan op de ontwikkelingen op vliegveld Teuge en de mogelijke cumulatie van milieuveranderingen door vliegveld en woonwijk;
● duidelijk aan te geven hoe de drie ruimtelijke koersen worden uitgewerkt en hoe daarbij de bouwstenen, de am bitieniveaus en de milieugevolgen zijn gebruikt. Daarbij geeft de Commissie een suggestie voor een aanpak;
● liefst één meest milieuvriendelijke alternatief te formuleren, maar als dat onmogelijk is omdat onvergelijkbare milieuvoordelen en nadelen tegen elkaar zouden moeten worden afgewogen, per ruimtelijke koers een milieuvriendelijke variant uit te werken;
● in de vergelijking van alternatieven en varianten ook een analyse op te nemen hoe de verschillen tussen alternatieven en varianten worden veroorzaakt en op zo’n manier gerichter naar een meest milieuvriendelijke alternatief te zoeken;
● een aanzet voor een evaluatieprogramma op te nemen dat is gericht op mobiliteit en op waterkwaliteit en -kwantiteit en op de informatie die nodig is om eventueel naderhand nog mitigerende maatregelen te nemen.
Uit de richtlijnen bleek dat de gemeente op een andere manier aan de hand van de ruimtelijke koersen, de bouwstenen en de ambitieniveaus alternatieven wilde genereren; voor het overige is het advies van de Commissie gevolgd.
Eind 2000 bleek dat de opzet van het project gewijzigd zou worden. Er zouden minder woningen worden gebouwd, en in het gebied zou ook bedrijvigheid plek moeten vinden. Tot aan mei 2004 (aanvaarding van het milieueffectrapport) zijn diverse stappen gezet om de plannen voor Zuidbroek te concretiseren en aan te passen.
Op basis van een uitontwikkeld “voorkeursalternatief” is doorgewerkt en is uiteindelijk het MER opgesteld. Dit vergelijkt (de effecten van) het “voorkeursalternatief” (met 3100 woningen), een “variant op het voornemen” (met 3700 woningen) en het “meest milieuvriendelijk alternatief” (met 3100 woningen) met een eerder “voornemen” (met 2600 woningen).
De Commissie heeft van de gemeente begrepen dat het – minder uitgewerkte – “voornemen” geen rol meer speelt in de besluitvorming en komt daarom in het toetsingsadvies tot het oordeel dat de essentiële informatie voor de besluitvorming beschikbaar is.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ing. Peter de Graaf |
ir. Joep Lax |
drs. Allard van Leerdam |
drs. Wim Timmermans |
Voorzitter: ir. Aad van der Velden
Werkgroepsecretaris: drs. Michiel Odijk
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Apeldoorn |
Bevoegd gezag |
---|
Apeldoorn |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Gelderland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C11.1 | tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007