900

Verbetering Rijnbandijk, dijkvak Driel-Kesteren

Met het oog op de veiligheid van het achterliggende gebied is een verbetering gepland van de langs de linkeroever van de Nederrijn gelegen dijk tussen Driel en Kesteren (hectometerpaal (0) 230 tot (0) 320 en (N) 0 tot (N) 73).

Hoofdpunten uit het advies

Op 9 oktober 1998 maakte de Commissie duidelijk dat naar haar oordeel in het MER niet al le essentiële informatie aanwezig was. Vervolgens zijn een aantal aanvullingen en voorstellen voor nader onderzoek naar de Commissie gestuurd. De provincie Gelderland verzocht de Commissie haar advies aan te houden zodat het Polderdistrict in de gelegenheid zou zijn om in de essentiële informatie voor de besluitvorming te kunnen voorzien. De belangrijkste reden voor de vraag naar aanvulling was dat het MER onvoldoende informatie verschafte over de mogelijkheden (zeer) waardevolle LNC-elementen te sparen door te kiezen voor het wettelijk vastgestelde MHW (15.000 m3/s) en door uitgekiend te ontwerpen. De aanvulling heeft uiteindelijk geleid tot dit advies waarin de Commissie concludeert dat de essentiële informatie in het MER met de aanvulling is terug te vinden.

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Harry Dijkstra

drs. Marinus Kooiman

dr. Hans Sprangers

ing. Jan Westerhoven

voorzitter

dr. Jacques de Smidt

werkgroepsecretaris

drs. Michiel Ruis

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Gelderland

Initiatiefnemer

Polderdistrict Betuwe