821

Baggerscheiding op afvalberging Derde Merwedehaven Dordrecht

De initiatiefnemer is van plan om op het terrein van de afvalberging Derde Merwedehaven te Dordrecht een baggerscheidings- en indikkingsinstallatie met een verwerkingscapaciteit van circa 150.000 m3 baggerspecie per jaar definitief te gaan exploiteren. 

 

Hoofdpunten uit het advies

Op dit project is de ‘MER op maat’ aanpak van de provincie Zuid-Holland van toepassing. 

Naar het oordeel van de Commissie is in het MER én de startnotitie, met de bijbehorende Notitie Milieuaspecten, de essentiële informatie aanwezig om het milieubelang in de besluitvorming een volwaardige plaats te geven, behalve over de verwerking van BAGA-specie1.

Het MER behoefde evenwel geen aanvulling voorafgaande aan de besluitvorming. De Commissie deed wel aanbevelingen voor de besluitvorming ten aanzien van de verwerking van BAGA-specie (eerst praktijkproeven), verder ontwateren van de slibfractie, de onderlinge vergelijking van de alternatieven in relatie tot levensduur installatie en monitoring en evaluatie.

 

Uit de integrale Wm-revisievergunning voor de gehele Afvalberging Derde Merwedehaven van 2 april 2002 valt af te leiden, dat daarin ook vergunning is verleend voor de verwerking van gevaarlijke afvalbaggerspecie (als doorwerking van de Eural). Tevens is de vergunning uitgebreid tot ook verwerking van andere minerale afvalstromen met een hoog zandgehalte zoals verontreinigde grond, zeefzand en veegvuil.

 

1 BAGA = Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen. 

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Henk Buijtenhek

drs. Nico de Rooij

ir. Wevers

voorzitter

ir. Maarten van Dis

werkgroepsecretaris

ir. Romke Seijffers

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat, Zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden

Initiatiefnemer

Baggerverwerkingsbedrijf PECOS, Provinciaal Afvalverwijderingsbedrijf Zuid-Holland N.V.

Laatste advies uitgebracht op

1 december 1997