763. Structurele aanpak zoute baggerspecie in Noord-Holland
Het is de bedoeling van dit project om een structurele oplossing te vinden voor de zoute verontreinigde specie die vrijkomt bij het baggeren ten behoeve van de scheepvaart en bij het saneren van verontreinigde waterbodems. De m.e.r. wordt gefaseerd uitgevoerd. Het voornemen in fase 1 betreft het reduceren van het aanbod van verontreinigde specie, het verwerken en storten van de specie, het kiezen van de locaties waar verwerkt en gestort gaat worden. Fase 2 heeft betrekking op de inrichting van de gekozen locaties.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
29-02-1996 Datum kennisgeving |
29-02-1996 Ter inzage legging van de informatie |
24-05-1996 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Opmerkingen bij de advisering
Het richtlijnenadvies beperkt zich tot het voornemen in fase 1. De Com mis sie beveelt aan voor fase 2 richtlijnen vast te stellen wanneer meer duidelijkheid bestaat over de m.e.r.-plich tige voornemens in fase 2. Ze adviseert verder de besluiten in fase 1 te nemen binnen het kader van een wijziging van het geldende Baggerspecieplan van de provincie Noord-Holland.
Eind 2000 was het MER nagenoeg gereed.
In november 2002 is de Commissie formeel medegedeeld dat er geen noodzaak meer bestaat een van de (ruimtelijke) besluiten te nemen waarvoor het MER in aanleg werd opgesteld. Ook zullen er geen besluiten worden genomen waarvoor een verplichting geldt tot het opstellen van een MER. De m.e.r.-procedure is derhalve beëindigd en het MER zal de Commissie niet ter toetsing worden aangeboden.
Het MER is dus wel gereed gekomen. Echter er komt geen nieuwe baggerstortlocatie. Wel zal gebruik gemaakt worden van bestaande locaties voor de verwerking en het storten van verontreinigde baggerspecie, zoals bij het bestaande Averijhavendepot bij IJmuiden en bij Den Helder, naast het verspreiden van licht verontreinigde baggerspecie in de Noordzee.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. Norbert Dankers |
ir. Johan Driessen |
ir. Mollema |
dr. ir. Ridderinkhof |
Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: mr. Rolf-Jan Sielcken
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Rijkswaterstaat |
Bevoegd gezag |
---|
Noord-Holland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C18.1 | tot 1-4-2011: Beleid over afvalverwijderingsmethode, stort of locaties |
C18.4 | tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval: verbranden of chemisch behandelen van >= 100ton per dag |
Bijgewerkt op: 25 jan 2019