760. Rijksweg A12 Veenendaal - Ede

Verbetering (eventuele verbreding) van de A12 tussen de Veenendaal en Ede/Wageningen.   

Procedure en adviezen

Richtlijnen
23-02-1996 Datum kennisgeving
23-02-1996 Ter inzage legging van de informatie
25-04-1996 Advies uitgebracht
Toetsing
22-05-2001 Kennisgeving MER
22-05-2001 Ter inzage legging MER
16-08-2001 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing

Opmerkingen bij de advisering

Het traject van de A12 tussen Veenendaal en de Duitse Grens is opgeknipt in twee stukken: Veenendaal – Ede (790) en Ede – Duitse grens (905). Aan de verbetering van de A12 over deze deeltrajecten zijn separate m.e.r.-procedures gewijd (aparte startnotities, richtlijnen (adviezen) en trajectnota’s/MER’en). Omdat beide trajectnota’s/MER’en qua opzet sterk vergelijkbaar zijn en op hetzelfde moment ter inzage zijn gelegd, is het toetsingsadvies voor beide trajecten gecombineerd in één rapport. 

 

Richtlijnenfase: Ten behoeve van de verbeteringen aan de A12 tussen Veenendaal en de Duitse grens is in een verkennende fase al een aantal studies uitgevoerd, op grond waarvan alternatieven al zijn af ge vallen. In het MER moet een overzicht van de uitkomsten van deze studies gegeven worden en een globale beoordeling (op in ieder geval milieuaspecten) van alle alternatieven die in de be sluitvorming een rol hebben ge speeld, dat wil zeggen inclusief die in de verkennende fase zijn afgevallen.

Omdat het vastgestelde overheidsbeleid een beperkte planhorizon heeft, is het belangrijk het voornemen af te zetten tegen een strategische langetermijnvisie voor het verkeers- en vervoerbeleid.

Hoewel de afwegingsproblematiek voor dit deel van het tracé minder complex is dan voor het weggedeelte tussen Utrecht en Veenendaal, kan toch dezelfde systematiek voor selectie en rang schikken van alternatieven gehanteerd worden als aangegeven in de richt lijnen voor dat deel van het tracé. Het mma kan bij dit tracége deelte ontwikkeld worden door het huidige tracé van de A12 in samenhang met gerelateerde problemen bij het onderliggende wegennet per deeltraject te optimaliseren voor hetzij natuur hetzij leefmilieu.

 

Toetsingsfase: In het toetsingsadvies is aangegeven dat de hoofdnota’s en toelichtingen van goede kwaliteit zijn, met een goede keuze en verantwoording van criteria. Slechts op enkele punten plaatst de Commissie kanttekeningen: de geohydrologische informatie (aanvullend onderzoek is nodig bij specifieke locaties met complexe grondwatersituatie), de (lage) prognose van de verkeersintensiteit na 2010 en de gehanteerde gewichten voor de verkeersveiligheid op het hoofd- en onderliggend wegennet. Verder zijn nog een aantal aanbevelingen geformuleerd, onder andere over het mogelijk doortrekken van de A15 en de implicaties daarvan op de A12 rond Arnhem.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

drs. Gert Jan Baaijens
drs. Gonggrijp
ir. Wim Keijsers
ing. Gerard van der Sterre, M.Sc.
ir. Jan Termorshuizen

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Marc Laeven

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat

Bevoegd gezag
Rijkswaterstaat
Ministerie van Volkhv., R.O. en Milieubeheer

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Gelderland; Nederland, provincie Utrecht


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.4 tot 1-4-2011: Verbreding hoofdweg of ombouw tot autosnelweg

Bijgewerkt op: 10 jul 2018