704. Woningbouw te Hoorn, Enkhuizen, Stede Broec, Drechterland (HES-gebied)

In een streekplanuitwerking moeten de locaties worden vastgelegd voor de bouw van 4000 woningen tot het jaar 2005, in samenhang met locaties voor bedrijventerreinen, randstedelijke groenstructuren en recreatieve voorzieningen en infrastructuur (inclusief aanpassing van bestaande infrastructuur). 

Procedure en adviezen

Richtlijnen
08-06-1995 Datum kennisgeving
08-06-1995 Ter inzage legging van de informatie
25-08-1995 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
27-02-1997 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
27-02-1997 Kennisgeving MER
27-02-1997 Ter inzage legging MER
11-07-1999 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Ten behoeve van de startnotitie is een modellenstudie opgesteld (die ook met de startnotitie ter inzage is gelegd), waarin een eerste verkenning wordt gedaan van potentiële bouwlocaties en modellen voor de verstedelijking van het gebied. In het richtlijnenadvies stelt de Commissie, dat deze modellen uitgangspunten kunnen zijn bij het ontwikkelen van alternatieven, maar dat de haalbaarheid van de modellen nadere onderbouwing vraagt. 

Specifiek aandachtspunt bij de analyse van bouwlocaties zijn de inpasbaarheid van bestaande waardevolle elementen/structuren en mogelijkheden voor het creëren van natuur binnen de locatie. Specifiek aandachtspunt bij de ontwikkeling van alternatieven zijn de te verwachten gevolgen van alternatieven voor verkeer en mobiliteit (genereren mobiliteit, begunstiging milieuvriendelijke vervoerwijzen, ontsluiting), landbouw (inpassing locaties in de agrarische structuur), ecologie (creëren of beschermen van natuur, zowel buiten als in de stad), het IJsselmeer (vooral bij de locatie Kooizand) en de mate waarin een alternatief mogelijke toekomstige ontwikkelingen op kan vangen zonder fundamenteel aangepast te moeten worden.

Bij vergelijking van de vastgestelde richtlijnen met het richtlijnenadvies valt op, dat de richtlijnen minder diep ingaan op vooral de analyse en selectie van potentiële bouwlocaties, de ontwikkeling van alternatieven, de haalbaarheid van modellen voor verstedelijking en te beschrijven milieugevolgen, en ook minder informatie over deze aspecten vraagt dan het advies. Een aantal, maar niet alle, van de hoofdpunten van het richtlijnenadvies is in de richtlijnen overgenomen.

In haar toetsingsadvies stelt de Commissie, dat op enkele essentiële onderdelen informatie gemist wordt. Dit betreft de beoordeling van potentiële locaties (te weinig aandacht voor de positieve effecten van woningbouw en mogelijkheden voor inpassing van natuur en landschap), de toepassing van multicriteria-analyse (geen gevoeligheidsanalyse toegepast), de beoordeling van alternatieven (te weinig aandacht voor mogelijkheden om alle woningen binnen één gebied te concentreren; voor alternatieven die stadsranden beter laten aansluiten bij hun omgeving; voor alternatieven die bij 4000 woningen stedenbouwkundig afgerond zijn), het meest milieuvriendelijk alternatief (er is geen geïntegreerd mma opgesteld) en mobiliteitsgegevens (er is te weinig informatie over de verschillen tussen alternatieven in gegenereerde autokilometers binnen en buiten HES-gebied; over relaties tussen woonlocaties en de ligging van voorzieningen en werkgelegenheid en de vervoerswijzekeuze als gevolg hiervan). De Commissie raadt aan het MER op deze onderdelen aan te vullen.

In een brief van 8 oktober 1997 geven Gedeputeerde Staten aan waarom zij besloten hebben geen aanvulling op te stellen, met uitzondering van extra mobiliteitsgegevens (gegenereerde autokilometers binnen en buiten HES-gebied), die in de brief bijgevoegd zijn.

December 1997 wordt de streekplanuitwerking vastgesteld. Deze is bijna identiek aan het ontwerp, met uitzondering van (licht) gewijzigde woningaantallen voor de verschillende gemeenten (Hoorn wat meer, de rest wat minder). De tot 2005 aangewezen locaties liggen vrij dicht bij de mma’s uit het MER. Voor de periode na 2005 zal een nieuw Streekplan worden opgesteld. In de uitwerking is aangegeven dat ter voorbereiding hiervan eind 1999 een evaluatienota wordt opgesteld waarin nieuwe prognoses voor economische ontwikkeling, verkeer & vervoer en woningbehoefte.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Bas Govers
Rik Herngreen
dr. Cees Kwakernaak
drs. Rob Lambeck
ir. Tony van der Meulen

Voorzitter: ir. Peter van Duursen
Werkgroepsecretaris: drs. Rob Verheem

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Noord-Holland

Bevoegd gezag
Noord-Holland

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C11.1 tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom

Bijgewerkt op: 31 aug 2007