508

Reststoffenbewerking door de NAM te Delfzijl

De NAM heeft het voornemen een installatie op te richten voor het (voor)bewerken van kwikhoudend afval op een industriegebied te Delfzijl met een oppervlakte van 2,75 hectare. Aangevoerde en op de locatie vrijkomende afvalstoffen worden zoveel mogelijk gescheiden in een water-, zand- en kwikhoudende fractie. Hierna worden deze deelstromen voor verwerking afgevoerd naar elders.

De Commissie achtte het MER een goede basis voor de verdere besluitvorming. Een enkele opmerking werd vermeld in een bijlage.

Ten behoeve van de revisievergunning is een evaluatierapport opgesteld. Dit rapport geeft aan dat de voorspelde effecten overeenkomen met de werkelijk optredende.

Hoofdpunten uit het advies

Kennisgeving evaluatierapport: 8 september 1999

Het evaluatierapport is ter visie gelegd met een revisievergunning voor het bedrijf. Voor deze revisievergunning geldt geen m.e.r.-plicht. De omvang van de reststoffenverwerking bleek minder dan was geraamd door minder aanbod, problemen met afvoer van bewerkte producten en relatief langdurige uitval van verwerkingsinstallaties. Desondanks lagen de emissies naar lucht en water deels hoger dan voorzien. Landelijke normstellingen werden echter niet overschreden. Het bedrijf is gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot vermindering van emissies, waarna bij gebleken beschikbaarheid extra maatregelen zouden kunnen worden uitgevoerd. Omdat er geen sprake meer is van m.e.r.-plicht zal dit naar verwachting in de nieuwe vergunning geregeld worden en zal de m.e.r.-evaluatie zijn afgerond.

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. van de Kant

ir. Koene

voorzitter

ir. Karel Veldhuis

werkgroepsecretaris

mr. Rolf-Jan Sielcken

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Groningen

Initiatiefnemer

Nederlandse AardolieMaatschappij (NAM) b.v.

Laatste advies uitgebracht op

28 juni 1994