389. Distripark Maasvlakte

Het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam wil een goederendistributiepark (het zogeheten Distripark) ontwikkelen op de Maasvlakte. Het Distripark moet voorzien in een efficiëntere opslag en distributie van lading in het toenemende aantal te verwerken containers in het havengebied. Het Distripark heeft een oppervlakte van circa 125 hectare.    

Procedure en adviezen

Richtlijnen
08-01-1992 Datum kennisgeving
08-01-1992 Ter inzage legging van de informatie
02-03-1992 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
03-09-1993 Kennisgeving MER
03-09-1993 Ter inzage legging MER
Toetsing a
10-03-1994 Kennisgeving MER
10-03-1994 Ter inzage legging MER
24-03-1994 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
05-07-1994 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
In het ontwerp-bestemmingsplan, waarvoor het MER was opgesteld, was sprake van een mogelijke ontwikkeling met 30 tot 50% industrie. In de startnotitie daarentegen was sprake van een initiatief met alleen distributieactiviteiten. Noch de startnotitie, noch het MER voorzagen in een bedrijventerrein met 30 – 50% industrie. Bij de toetsing concludeerde de Commissie, dat het MER op een aantal punten te weinig informatie bevatte om te kunnen dienen als basis voor de besluitvorming over een gedeeltelijk industriële invulling van het Distripark. De Commissie adviseerde het MER op enkele punten aan te vullen:

  • De motivering van de locatiekeuze.
  • De uitwerking van een alternatief met distributie én industrie, in relatie tot de beschrijving van emissies, risico's en mitigerende maatregelen.
  • Verkeersaspecten, waaronder het transport van gevaarlijke stoffen.
  • De autonome ontwikkeling.
  • Landschappelijke en ecologische aspecten.

De aanvulling op het MER is voorgelegd aan degenen die eerder schriftelijk reageerden op MER en/of bestemmingsplan. Tijdens de toetsing van de aanvulling bleek dat geuraspecten niet werden behandeld, hoewel de kennisgeving van het voornemen een aanvulling op te stellen dit onderwerp noemde als onderdeel van de aanvulling. Het bevoegde gezag maakte kenbaar dat geur weliswaar geen onderdeel van de aanvulling vormde, maar dat men voornemens was aanvullende informatie over dit onderwerp te verstrekken in de Nota van Beantwoording met betrekking tot reacties op MER en bestemmingsplan. Deze informatie zou ter visie worden gelegd bij het voorontwerp voor het bestemmingsplan en worden betrokken bij de besluitvorming. De aanvullende informatie in de Nota is ter beschikking gesteld aan de Commissie. De Commissie heeft deze informatie betrokken bij de toetsing van het MER en de aanvulling op het MER. Zij kwam tot de conclusie dat het MER, de aanvulling daarop en de informatie in de Nota van Beantwoording voldoende informatie verschaften om een besluit te onderbouwen. Zij constateerde tegelijkertijd dat in het eindoordeel eventuele inspraak op de informatie in de Nota van Beantwoording niet heeft kunnen meewegen, omdat deze nota nog niet was gepubliceerd.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Ab Dirkzwager
ing. van Es
ir. Jan Termorshuizen
prof. dr. Martien Wassen
ir. de Wringer

Voorzitter: ing. Emile Mastenbroek
Werkgroepsecretaris: drs. Stefan Morel

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rotterdam

Bevoegd gezag
Rotterdam

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C11.2 tot 1-4-2011: Aanleg bedrijventerrein >= 150ha

Bijgewerkt op: 10 jul 2018