3530. Programma Wonen en Werken provincie Utrecht
Met het Programma Wonen en Werken wil de provincie Utrecht nieuwe locaties voor wonen en werken vastleggen, zowel in de steden als in het buitengebied. Dit is een uitwerking van de omgevingsvisie. In totaal gaat het om circa 85.000 nieuwe woningen en ruim 54 hectare voor bedrijven. De gemeenten werken de locaties vervolgens verder uit in bestemmingsplannen of omgevingsplannen. Voordat Gedeputeerde Staten besluiten over het Programma, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
01-12-2020 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
01-04-2021 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
12-04-2021 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
01-06-2021 Ter inzage legging MER |
21-09-2021 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
ToetsingsadviesDe Commissie vindt het een risicovolle combinatie dat het Programma wel locaties vastlegt voor een aanzienlijk aantal woningen en hectaren bedrijvigheid, maar dat het rapport de provincie nog niet voldoende inzicht geeft in de consequenties voor het milieu.
Het rapport geeft tips voor de uitwerking van de gekozen locaties in de gemeentelijke plannen. Volgens de Commissie zijn deze tips zeker belangrijk voor het halen van de provinciale ambities en om milieugevolgen te voorkomen. Niet alle milieugevolgen zijn echter binnen een locatie op te lossen; het rapport geeft nog geen inzicht in de geschiktheid van andere denkbare locaties. Alle mogelijke locaties moeten daarom in het Programma tegen elkaar worden afgewogen, zegt de Commissie. Het Programma is immers het laatste moment dat dit binnen de provincie kan.
De Commissie adviseert het milieueffectrapport eerst aan te vullen met de ontbrekende informatie voordat Gedeputeerde Staten een besluit nemen over het Programma. Dan kunnen zij het milieubelang volwaardig meewegen in het besluit.
Advies reikwijdte en detailniveau
Maak in het milieueffectrapport goed onderscheid tussen locaties die al vastliggen en locaties waarover nog besloten moet worden, adviseert de Commissie. Het milieueffectrapport moet duidelijk maken welke keuzes nog gemaakt gaan worden in het Programma en hoe het milieubelang daarin meeweegt. De Commissie vindt dat de milieueffecten niet alleen op lokaal niveau maar juist ook op regionaal en provinciaal beoordeeld moeten worden. Dat kan op basis van criteria voor Utrechtse kwaliteiten, die ook gebruikt zijn voor de provinciale Omgevingsvisie. Ook is het advies van de Commissie om in het milieueffectrapport te laten zien hoe de effecten gemonitord gaan worden, zodat de provincie eventueel kan bijsturen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Jan Bakker |
dr. Roeland During |
ir. Ruud Westerhof |
dr. Fred Woudenberg |
drs. Gerrit de Zoeten |
Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: mr. Roel Sillevis Smitt
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Provincie Utrecht |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Utrecht |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Utrecht
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007.1 | Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling |
D11.2 | 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen ingeval opp. >=100 ha, een aaneengesloten gebied met >=2000 of meer woningen, of een bedrijfsvloeroppervlak van >= 200.000m2 |
D11.3 | 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een industrieterrein als opp. >= 75 ha |
Bijgewerkt op: 21 sep 2021