3348. Verhoging aandeel biomassa in RWE-Eemshavencentrale
De RWE-Eemshavencentrale is een kolencentrale waar nu 15 procent biomassa verstookt mag worden. RWE wil het aandeel van biomassa in de brandstoffen verhogen van 15 naar 30 procent. Ook wil zij twee nieuwe biomassastromen gebruiken voor energieproductie. De milieugevolgen hiervan zijn nu onderzocht in een aangepast milieueffectrapport.
Procedure en adviezen
Toetsing |
---|
14-09-2018 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
17-06-2019 Kennisgeving MER |
17-06-2019 Ter inzage legging MER |
23-10-2019 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing aanvulling op het MER |
08-04-2020 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
19-05-2020 Advies uitgebracht |
Aanvullend toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing aanvulling op het MER juni 2020 |
04-06-2020 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
04-08-2020 Advies uitgebracht |
Toetsingsadvies en de aanvullingen daarop |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsingsadvies en de aanvullingen daaropHet aangepaste rapport laat de milieueffecten van de extra bijstook beter zien. Eerder bleek dat de uitstoot van zware metalen mogelijk te hoog is. Uit het rapport blijkt dat dit bijgestuurd kan worden, bijvoorbeeld door aanpassing van het brandstofpakket. Ook vermeldt het rapport de gemiddelde luchtverontreiniging per dag. De Commissie vindt dat het milieueffectrapport nu voldoende milieu-informatie bevat, waarmee de provincie goed onderbouwde afwegingen kan maken over de omgevingsvergunning voor deze centrale.
Aanvullend toetsingsadvies
Het aangepaste rapport laat de milieueffecten van de extra bijstook nu beter zien. Zo is duidelijker welke biomassa het betreft en is voor verschillende brandstofpakketten berekent wat de luchtverontreiniging is. Dit is van belang omdat de milieueffecten, zoals het effect op de luchtkwaliteit, vooral afhangen van de precieze samenstelling van de biomassastromen.
Uit het rapport blijkt nu dat voor zware metalen de uitstoot mogelijk te hoog is, ook is nog onvoldoende duidelijk welke mogelijkheden er zijn om deze uitstoot van zware metalen terug te dringen. Daarnaast vermeldt het rapport de gemiddelde luchtverontreiniging per dag niet. Hierdoor kan niet gecontroleerd worden of deze aan de eisen voldoen. De Commissie adviseert eerst de informatie over luchtverontreiniging compleet te maken en daarna pas te besluiten over de extra bijstook van biomassa.
Toetsingsadvies
In het milieueffectrapport is gewerkt met een gemiddelde samenstelling van de bijstook. Hoewel dit belangrijke informatie is, zijn hiermee nog niet de maximaal mogelijke effecten van de bijstook in beeld. De milieueffecten, zoals het effect op de luchtkwaliteit, hangen vooral af van de precieze samenstelling van de biomassastromen. Daarom adviseert de Commissie de effecten daarvan alsnog te beschrijven.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. Gijs-Jan van Blokland |
ir. Arjen Brinkmann |
Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: Marianne Schuerhoff, MSc
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
RWE Eemshaven Holding II B.V. |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Groningen |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Groningen
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
001.2 | Project m.e.r. beperkte procedure |
C18.4 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van installatie voor verbranding of chemische behandeling van >100 ton per dag niet-gevaarlijke afvalstoffen |
Bijgewerkt op: 04 aug 2020