2250. MIRT-verkenning 'Rotterdam Vooruit'
De minister van Verkeer en Waterstaat en de wethouder Verkeer, Vervoer en Organisatie van de gemeente Rotterdam zijn een verkennende studie gestart naar oplossingen voor de bereikbaarheidsproblematiek op de Ruit van Rotterdam en de ontsluiting van de haven. Deze MIRT-verkenning ‘Rotterdam en haven duurzaam bereikbaar’ (kortweg ‘Rotterdam Vooruit’ genoemd) richt zich op de realisering van een robuust en duurzaam mobiliteitssysteem voor de periode 2020-2040. In een Masterplan zal een ontwikkelingsvisie inclusief een concreet pakket aan maatregelen opgenomen worden waarover de betrokken overheden (ministeries V&W en VROM, stadsregio Rotterdam, gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland) het eens zijn.
Procedure en adviezen
Notitie reikwijdte en detailniveau |
---|
31-03-2009 Adviesaanvraag |
18-06-2009 Datum kennisgeving |
18-06-2009 Ter inzage legging van de informatie |
22-06-2009 Advies uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Tussentijdse toetsing planMER |
02-10-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
03-11-2009 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
De Commissie voor de m.e.r. is gevraagd een tussentijds advies uit te brengen over het concept plan-MER, d.d. 1 oktober 2009.
De Commissie oordeelt dat het concept plan-MER nog onvolledig is. Om tot voldoende onderbouwde besluitvorming te komen adviseert zij in het definitieve plan-MER:
- de gebiedsvisie nader in te vullen in termen van randvoorwaarden en doelen voor de ruimtelijke ontwikkeling en de ontwikkeling van de landschappelijke, ecologische en leefomgevingskwaliteit;
- een visie op ‘duurzame mobiliteit’ uit te werken in doelen en strategie, bijvoorbeeld aan de hand van de mobiliteitsoplossingen genoemd in de Zevensprong van Verdaas;
- de mobiliteits- en overige gebiedsambities zodanig te concretiseren dat programma’s en opties daarbinnen kunnen worden getoetst op doelbereik;
- inzicht te geven in de huidige situatie en de autonome ontwikkeling (de referentie, zowel op basis van best-case als worst-case scenario), als ook de ruimte die nog aanwezig is om te variëren binnen voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen;
- op basis van de geschetste referentiesituatie een analyse te geven van de ernst, aard en locatie van de verwachte mobiliteitsproblemen, als ook de verwachte knelpunten bij de realisatie van de overige gebiedsdoelen, en de samenhang daartussen;
- vanuit de gebiedsvisie, de visie op duurzame mobiliteit en de probleem- en knelpuntanalyse oplossingsrichtingen te ontwikkelen, allereerst op het niveau van programma’s en daaruit afgeleid op het niveau van opties voor concrete maatregelen;
- de oplossingsrichtingen op basis van navolgbare en controleerbare informatie te beoordelen op doelbereik en milieueffecten;
- aan te geven waar de bereikbaarheidsdoelen interfereren met de ruimtelijke en overige gebiedsdoelen, en de belangrijkste dilemma’s en afwegingen die hieruit volgen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Hans Huizer |
prof.dr. Henk Meurs |
dr. Michiel van Pelt |
dr. Nico de Vries |
Voorzitter: dr. ir. Gerrit Blom
Werkgroepsecretaris: dr. Geert Draaijers
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Stadsregio Rotterdam |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Stadsregio Rotterdam |
MIRT-verkenning Rotterdam vooRUIT |
Gemeente Rotterdam |
Provincie Zuid-Holland |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007 | Plan-m.e.r. |
Bijgewerkt op: 26 aug 2019