1969

Structuurvisie Hoogezand-Sappemeer 2020

De gemeente Hoogezand-Sappemeer wil een Structuurvisie vaststellen met daarin besluiten op hoofdlijnen over de toekomstige woningbouwlocaties. De “Regiovisie Groningen-Assen 2030” gaat uit van 5.100 nieuwe en 2500 vervangende woningen in de gemeente Hoogezand-Sappemeer. De nieuwe woningen komen vooral aan de zuid en west zijde van het bestaande stedelijke gebied. Dat is in de invloedsfeer van het Natura-2000 gebied Zuidlaardermeer.

Omdat de gemeente Hoogezand-Sappemeer ook bezig is met de herziening van het bestemmingsplan buitengebied (zie ook adviesnummer 2293) en er zowel samenhang bestaat tussen de plannen als overlap in de plangebieden heeft de Commissie voor de m.e.r. (de Commissie) niet alleen gekeken naar de afzonderlijke plannen maar ook naar de samenhang daartussen.

Hoofdpunten uit het advies

In het advies over de reikwijdte en het detailniveau vraagt de Commissie om in het MER een onderbouwing van de omvang en locatiekeuze van de woningbouwopgave op te nemen. Daarnaast moet uit het MER duidelijk worden wat de gevolgen van het voornemen zijn op de natuurwaarden in en rondom het Natura 2000-gebied Zuidlaardermeer.

Het toetsingsadvies gaat in op het MER bij de structuurvisie en op het MER bij het bestemmingsplan buitengebied. 

Tijdens de toetsing heeft de gemeente nadere informatie aangeleverd over:
• de samenhang tussen de structuurvisie en het bestemmingsplan;
• de effecten op natuur, de passende beoordelingen;
• de klimaatbestendigheid van de ontwikkelingen in de structuurvisie. 

De Commissie is van mening dat in de MER’en en de aanvullende informatie tezamen de essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang voldoende mee te wegen in de besluitvorming over de structuurvisie en het bestemmingsplan.

In de aanvullende notitie is de samenhang tussen bestemmingsplan en structuurvisie concreet, tot op activiteitenniveau, uitgewerkt. Hiermee is inzichtelijk gemaakt welke planelementen wel en welke niet strijdig zijn met elkaar en wat de cumulatieve effecten zijn.

Inzicht is gegeven in de effecten van de waterrecreatie en daarmee samenhangende nieuwe waterverbinding met het Zuidlaardermeer op de natuur. Vanwege de wezenlijke invloed op de natuur zijn randvoorwaarden gegeven waaronder de planvorming van de woningbouw “de Groene Compagnie” doorgang kan vinden. Deze randvoorwaarden betreffen o.a. een gescheiden waterhuishouding met het Zuidlaardermeer (als andere eutrofiering beperkende maatregelen bij nadere studie onvoldoende blijken) en het afsluiten van rietkragen voor recreanten. De Commissie wijst erop dat deze maatregelen mogelijk gevolgen hebben voor het stedenbouwkundig plan.

Uit de passende beoordelingen blijkt dat de plannen een lichte toename in de depositie van vermestende stoffen op omliggende Natura 2000-gebieden “Zuidlaardermeergebied” en “De Drentsche Aa” kunnen geven.

Verder is aannemelijk gemaakt dat de verschillende plannen geen significante gevolgen zullen hebben op de kwalificerende populatie van ganzen in het Vogelrichtlijngebied Leekstermeer.

De aanvullende informatie heeft niet ter visie gelegen. Daarom heeft de Commissie geen zienswijzen over de aanvulling in haar advies mee kunnen nemen. De Commissie adviseert deze aanvulling zo spoedig mogelijk openbaar te maken.

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Henk Everts

dr. ir. Frank van der Hoeven

ir. Jan Termorshuizen

voorzitter

mr. Frans Evers

werkgroepsecretaris

ir. Corrie Smit

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Initiatiefnemer

Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Start advisering

20 november 2009