1928. Varkenshouderij en mestverwerking Willems Beheer BV te America

Willems Beheer BV is voornemens haar bedrijf met 3.952 vleesvarkens naar 7.000 gespeende biggen en 16.896 vleesvarkens uit te breiden. Daarbij wordt tevens een vergistingsinstallatie gerealiseerd met een capaciteit van maximaal 80.000 m3 per jaar.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
30-05-2007 Datum kennisgeving
30-05-2007 Ter inzage legging van de informatie
01-08-2007 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
08-04-2008 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
23-04-2008 Kennisgeving MER
23-04-2008 Ter inzage legging MER
aanvulling
05-11-2008 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
20-11-2008 Kennisgeving MER
20-11-2008 Ter inzage legging MER
04-03-2009 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Aanvullend
30-03-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
02-04-2009 Kennisgeving MER
02-04-2009 Ter inzage legging MER
15-07-2009 Toetsingsadvies uitgebracht
Aanvullend toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Richtlijnenfase:
Willems Beheer BV heeft al ervaring met het verwerken van mest door middel van filtratietechnieken en omgekeerde osmose. Mogelijk wordt een warmtekrachtkoppeling toegepast voor het opwekken van elektriciteit uit biogas. Een andere mogelijkheid is rechtstreeks leveren van het biogas aan het aardgasnetwerk. Het digestaat wat ontstaat bij vergisting wordt verder bewerkt. Deze bewerking bestaat uit de volgende stappen:

  • mestscheiding met behulp van een dekanter;
  • ultrafiltratie;
  • omgekeerde osmose.

    De dikke fractie welke ontstaat bij de mestscheiding wordt verder gedroogd, waardoor een product ontstaat met ongeveer 90% droge stof. Op de andere stroom van de mestscheider wordt ultrafiltratie toegepast. De organische stof die hierbij ontstaat gaat weer terug naar de vergister. De andere stroom wordt door middel van omgekeerde osmose omgezet in schoon water en een kunstmestvervanger.

    Toetsingsfase:
    De Commissie miste in het MER informatie die essentieel was voor de besluitvorming. Naar de mening van de Commissie behoefde het MER een aanvulling ten aanzien van:

  • de uitwerking van de gevolgen van de ammoniakdepositie op natuurwaarden;
  • de beoordeling of de nabij gelegen kassen geurgevoelige objecten zijn volgens de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv);
  • de berekeningen van de cumulatieve geurhinder;
  • de uitwerking van de gevolgen van het voornemen voor de fijn stof concentraties;
  • de onderbouwing van de haalbaarheid van de gehanteerde uittreedsnelheden van de ventilatielucht en het gerelateerde energiegebruik.

    De initiatiefnemer heeft aanvullingen op het MER op 22 april en 5 november 2008 aan de Commissie gestuurd. Deze aanvullingen heeft de Commissie bij haar beoordeling betrokken. Desondanks is de Commissie van oordeel dat het MER met de aanvulling nog steeds essentiële informatie mist voor de onderdelen luchtkwaliteit en de onderbouwing van de haalbaarheid van de gehanteerde uittreedsnelheden van de ventilatielucht. Hierdoor kan het milieubelang niet voldoende meegewogen worden bij de besluitvorming.

    Verder constateerde de Commissie een aandachtspunt met betrekking tot de uitwerking van de milieueffecten van de mestbewerking- en –verwerkingsinstallatie in het MER. Dit aandachtspunt betrof geen essentiële tekortkoming.

    Na het uitbrengen van het advies is op 11 maart 2009 is door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State  een belangrijke uitspraak (zaaknummer 200801961/1)  gedaan over de definitie 'geurgevoelig object' in relatie tot permanent bewonen die niet is betrokken in het advies. Uit deze uitspraak volgt dat permanent bewonen wordt  uitgelegd als werkplaatsen ten minste op vijf dagen in de week gedurende acht uur per dag in gebruik zijn. Voor een zodanig gebruik is het niet noodzakelijk dat gedurende 24 uur per dag personen in de werkplaatsen aanwezig zijn.

    Aanvulende toetsingsfase:
    Op 30 maart 2009 heeft de initiatiefnemer nieuwe MER informatie aangeleverd. Deze aanvulling is eveneens ter inzage gelegd.

    De Commissie is van oordeel dat nog altijd essentiële informatie in het MER en de aanvullingen daarop ontbreekt:
    • de luchtkwaliteitsberekeningen in de aanvulling komen niet overeen met het (op tekening) voorziene ventilatiesysteem en
    • de emissies van ammoniak, geur en fijn stof worden onderschat. Bij geurgevoelige punten kan dit tot normoverschrijding leiden.

     

  • Betrokken partijen

    Samenstelling van de laatste werkgroep

    ing. Hay Hendriks
    ing. Marc Pijnenburg

    Voorzitter: ir. Niek Ketting
    Werkgroepsecretaris: ing. Hay Hendriks

    Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

    Initiatiefnemer
    Willems Beheer B.V.

    Bevoegd gezag
    Provincie Limburg

    Overige gegevens

    Gebied: Nederland, provincie Limburg


    Categorieën Besluit m.e.r.

    Code Omschrijving
    C14.0 tot 1-4-2011: Pluimvee- of varkensfokkerij, -mesterij, of -houderij: oprichten, wijzigen of uitbreiden (drempels zie Besluit m.e.r.)

    Bijgewerkt op: 10 jul 2018